22 OKTOBER 1992
457
Wethouder VAN FESSEM
U zegt dat u twijfelt en u durft de consequenties niet aan. Wij worden het vrees ik vanavond
niet eens. De cijfers die de heer Bokkelkamp gaf vond ik indrukwekkend.
Wethouder DE BRUUN
In de richting van mevrouw Heessels: wij hebben een ander inzicht hoe groot de risico's
ingeschat moeten worden. In 1990 en in 1992 heeft de raad voor het accommodatiebeleid een
bedrag beschikbaar gesteld. Samen is dat bijna 12 miljoen, 17,5 miljoen, ter vergelijking,
is er voor de bibliotheek uitgehaald. Wat betreft de risico-analyse moeten we ook naar de
inkomstenkant kijken en het niet van de sombere kant bezien. Wij geloven erin.
De VOORZITTER
Is er behoefte aan een hoofdelijke stemming?
Mevrouw HEESSELS
Neen.
Het voorstel is akkoord met de stemmen van de fracties van het CDA, de VVD en D66 plus
de beide PvdA-wethouders vóór, en de stemmen van de PvdA-fractie tegen.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
Akkoord met de stukken onder A. en D.
223. ONTWERP-BEGROTINGEN STADSGEWEST BREDA 1993.
De heer TAKS
In dit voorstel spreekt het college zijn verheuging uit over de aankondiging in de stadsgewes
telijke nota van aanbieding van een voorstel ter verbetering van de structuur en het functione
ren van het stadsgewest. Op zich is dat een positief bericht waarvoor vreugde op zijn plaats is.
Maar op de inhoud van het voorstel wordt in dit preadvies niet ingegaan. Maar de leden van
de gewestraad hebben inmiddels kennis kunnen nemen van dit voorstel dat is geagendeerd
voor de vergadering van de gewestraad van 6 november aanstaande. Het voorstel bevat
meerdere elementen die zeer zeker het functioneren van het stadsgewest ten goede zullen
komen. Daarop zal ik niet ingaan op dit moment maar er zijn twee punten die wel bespreking
behoeven. Op de eerste plaats is dat het voorstel om de omvang van het dagelijks bestuur van
het stadsgewest te verkleinen van één voorzitter en negen leden nü naar één voorzitter en vijf
leden met ingang van de volgende zittingsperiode van de gewestraad. Voor Breda betekent
dat, dat naast de voorzitter die krachtens gewoonterecht en niet meer dan krachtens gewoonte
recht door Breda wordt voorgedragen, nog slechts een D.B.-zetel door Breda kan worden
bezet. Nu heeft Breda twee kwaliteitszetels, straks geen enkele meer. Er is slechts een zetel
beschikbaar voor de leden van de gewestraad afkomstig uit Breda, Prinsenbeek, Teteringen en
Terheijden. Dat kan er toe leiden, zeker in theorie, dat straks Breda niet meer in het D.B. van
het Stadsgewest vertegenwoordigd zou zijn. Dat lijkt theorie maar toch niet zo onwaarschijn
lijk, want we moeten wel vaststellen dat in het kader van de discussie over de gemeentelijke
herindeling het aantal van onze vrienden in het Stadsgewest steeds kleiner wordt. We krijgen