22 OKTOBER 1992 458 meer vijanden dan vrienden en met de dag neemt het aantal vijanden nog toe. En dat zou best eens risico's kunnen inhouden als we straks met anderen afspraken moeten maken voor die ene D.B.-zetel in het stadsgewest. Mijn vraag aan het college luidt nu: zijn de belangen van Breda gediend met een wijziging van de bestuursstructuur met een dergelijk risico? Naar mijn mening zal uiterst kritisch straks moeten worden gekeken naar de zesde wijziging van de gewestregeling die daarop betrekking heeft. Deze komt binnenkort richting Breda. Want de Bredase kwaliteitszetel houdt op te bestaan en ik meen me te herinneren uit de discussie in het verleden dat juist die kwaliteitszetels voor Breda essentieel waren. We willen per se greep houden op het beleid van het stadsgewest. Welnu, in de toekomst zou het zo kunnen zijn dat we het niet meer kunnen. Volgens het voorstel blijft de inhoud van de voorzittersfiinctie gelijk, die verandert niet van inhoud. Maar voor wat betreft de functie van de D.B.-leden moet worden gesproken van een aanzienlijke taakverzwaring. Enerzijds vanwege het kleinere aantal D.B.-leden, anderzijds vanwege veranderingen in de werkwijze van het D.B. en ook door het uitbreiden van het takenpakket van het stadsgewest. En dat betekent dat de wethouder die door Breda wordt afgevaardigd en het is in ieder geval beslist noodzakelijk dat Breda die plaats niet afstaat aan een andere gemeente, de wethouder die die ene D.B.-zetel straks gaat bezetten, aan wie het voorrecht ten deel valt, een groot deel, de heer Van Raak zal het mis schien wel worden, ik weet het niet, van zijn werktijd bezig zal zijn met stadsgewestzaken. Hij wordt als het ware gedetacheerd bij het Stadsgewest maar zonder vergoeding van die kant uit de richting van Breda. Waarom is het college daar zo verheugd over, voorzitter? Ik begrijp die verheugenis van het college daarover eigenlijk helemaal niet. Ik wil in dit verband niet over de collegialiteit binnen het college spreken maar misschien houdt het ook daar verband mee dat men graag zijn leden die worden afgevoerd al het goede gunt, maar ik denk dat het volstrekt onwerkbare verhoudingen binnen het Bredase college kan opleveren in zo'n situatie bij de verdeling van de portefeuilles. Het tweede punt van kritiek betreft het voorstel om de commissie van advies en bijstand uit de gewestraad op te heffen. Het zogenaamde portefeuille- houdersoverleg van 21 gemeenten functioneert zo goed dat het D.B. en ook het college van Breda vinden dat de leden van de gemeenteraad uit de gewestraad geen eigen voorhoede hoeven te hebben in het stadsgewest. Wij vinden als VVD-fractie dat daardoor toch wel de betrokkenheid van de gemeenteraden bij het Stadsgewest gevaar loopt, als louter en alleen het Stadsgewest een domein wordt van burgemeesters en van wethouders. Hoe goed zij hun taak ook opvatten, het betekent wel dat het beeld dat de gemeenteraden hebben van hetgene wat in het Stadsgewest gebeurt straks een stuk minder wordt. Dat lijkt ons een slechte ontwikkeling, te meer ook al omdat het huidige Stadsgewest als groot manco heeft dat het democratisch gehalte uitermate gering is. Wij als VVD voelen er niets voor om aan zo'n Stadsgewest nog nieuwe taken over te dragen buiten het huidige takenpakket. De democratische legitimatie is dan volstrekt onvoldoende. In dit verband is het ook nog van belang dat de adviescommissie die opgeheven wordt nu openbaar vergadert terwijl het portefeuillehoudersoverleg een vertrouwelijk karakter heeft. Het is weliswaar zo dat volgens de gedragsregels voor dat portefeuillehoudersoverleg openbaarheid de regel is, maar de praktijk is zoals u weet een andere. Ik zou het erg op prijs stellen als u bereid bent als D.B.-voorzitter uw invloed aan te wenden om te bereiken dat er ook daadwerkelijk openbaarheid ten aanzien van die vergaderin gen wordt betracht en dit dus mogelijk straks in het reglement vast te leggen. Als u dit zou kunnen toezeggen, dat u zich inspant in stadsgewestelijk verband om dat te bereiken dan is misschien het probleem rond het opheffen van de commissies niet zo groot. De VOORZITTER De heer Taks heeft een aantal van de punten zoals die vanavond door hem aan de orde zijn gesteld ook eerder al aan de orde gesteld in de commissievergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 458