22 OKTOBER 1992
464
Wethouder SANDBERG
Ik denk dat ik net zoals afgelopen dinsdag maar nu wat definitiever mag constateren en
daarover ben ik bijzonder verheugd, dat het voorstel een breed draagvlak kent. Ik wil het ook
andersom zeggen, want natuurlijk ben je altijd blij wanneer een bepaald voorstel van het
college een breed draagvlak kent, maar andersom gezegd zou ik het ronduit beangstigend
vinden om zo'n proces te starten wanneer het niet èn door het dagelijks bestuur èn door uw
raad zou worden gedragen. Vanuit een situatie dat de raad sterk verdeeld hierover zou zijn de
medewerkers straks te motiveren om het hele proces gaande te houden en uiteindelijk tot een
goed einde te komen: dat lijkt mij een schier onmogelijke opgave voor al degenen die een rol
daarin vervullen. Met betrekking tot de heer Dubbelman: het verschil is nog iets groter. De
heer Taks en de heer Van Os hebben er al op gewezen, er is toch een essentiële wijziging
omdat Schering en Inslag destijds uitging van twee aparte diensten, een Bestuursdienst en een
Concerndienst die nu worden samengebracht in één dienst. Aan de andere kant zeg ik: nu ik
alles heb gehoord ook van de vorige discussie, lijkt het mij met dit verschil dat in ieder geval
toch de essentie van Schering en Inslag wel overeind is gebleven en zelfs is verbeterd door een
wat andere compilatie van afdelingen die in de concerncluster zijn opgenomen. Veel verstand
van varen heb ik verder niet, ik heb het nooit verder gebracht dan het zwemdiploma A,
vandaar mijn natuurlijke afkeer om te gaan varen, maar we hebben altijd nog een grote
vuurtoren en laat dat nu maar de koers zijn waarop wij varen met elkaar. Mevrouw Van der
Poel wijst er nog eens op dat het primaat toch bij de politiek moet liggen. Dat is ook de visie
van het college. Aan de andere kant is het wel zo dat zij volstrekt gelijk heeft. Je kunt mede
werkers natuurlijk niet alleen en uitsluitend motiveren doordat de politiek iets voorschrijft. Ik
denk daarom en daarin heeft zij volledig gelijk, dat er een open communicatie en dialoog
moet komen vanaf de werkvloer net zo goed als de top-down-benadering waardoor ook de
politiek aan de ene kant de grote lijnen kan schetsen waarlangs het moet gaan, maar aan de
andere kant ook de politiek moet willen en kunnen luisteren naar de geluiden die vanaf de
werkvloer komen. Daar zit toch heel veel zinnigs in. De heer Taks wijst op de extra complica
tie van een hele bezuinigingsoperatie die nu parallel loopt en bijna geïntegreerd zit in het hele
proces. Dat is waar, dat maakt het extra moeilijk. Aan de andere kant is er natuurlijk ook een
oorzakelijk verband tussen beide. Wanneer de grabbelton met financiën dermate ruimhartig
aanwezig was, dan was ook de druk om te gaan reorganiseren wellicht minder groot geweest.
Het heeft wel degelijk oorzakelijke verbanden met elkaar. Er zit natuurlijk altijd in elk
reorganisatieproces een aantal mogelijkheden dat het of procesmatig of wat betreft de mensen
in de knoop komt. Hij pleit voor een menselijke aanpak, dat is ook de visie van B. W. We
zullen proberen dat in ieder geval alvast vorm en inhoud te geven, mijnheer Taks, in een
sociaal plan, een concept, straks bij de presentatie van de volgende voorstellen die hierop vol
gen. Ik spreek dan uiteraard over een concept omdat het duidelijk is dat dat nog in goed
overleg met het Georganiseerd Overleg straks door uw raad moet worden vastgesteld. Voor
wat betreft het archief wijst de heer Taks nog op de mogelijkheid dat het cultuurhistorisch
element uit het beleidselement cultuur zou komen te vervallen. Ik wil mijn toezegging die ik
heb gedaan in de commissie graag nog ten overstaan van u in de raad bevestigen. Waarborgen
is wat anders, maar in ieder geval denken wij dat wij dat element vooralsnog behoorlijk
aandacht geven door te waarborgen dat de archivaris periodiek meedoet aan het cultureel
overleg tussen de onderscheidene directeuren in de culturele sector, die daar met elkaar het
beleid proberen gestalte te geven, minstens beleidsvoorbereidend bezig zijn, waarbij dan de
archivaris op zijn beurt het cultuurhistorische element in kan brengen en het op die manier
verankerd wordt in het totaal cultureel beleid. Het heeft in ieder geval ook nu de aandacht van
het college, meer in het bijzonder uiteraard ook van de wethouder van cultuur. De heer Van
Os vraagt aandacht voor de rol van het dagelijks bestuur in relatie tot het concernteam en het
managementteam. Ik denk dat het een zaak is die ook na woensdag ruimhartig de aandacht