26 NOVEMBER 1992 475 een opmerking gemaakt over het feit dat uw naam en de naam van de fungerend wethouder genoemd zijn als deelnemers van het bestuur van de Stichting Welschap. Ik vind dat toch eigenlijk een wat vreemde gang van zaken. Ik had daarop toch wel graag een antwoord gehad. Ik voel me wel een beetje gepasseerd. Ik vind het erg onzorgvuldig. De VOORZITTER Wat kijkt u daar droevig bij. Wethouder SANDBERG Ik denk dat de heer Maas mij terecht een verwijt maakt, waar hij zegt dat ik daarover in de eerste termijn niet heb gesproken. Ik moet u eerlijk zeggen, daaraan heeft het gemeentebestuur van Breda in ieder geval part noch deel gehad. Kennelijk hebben ze daar ergens geciteerd uit een preadvies dat in concept nog door uw raad moet worden vastgesteld, maar dat is in ieder geval niet aan ons euvel te duiden. Het is jammer dat het zo is gelopen, ik heb het niet gezien, maar kennelijk heeft men daar gebruik gemaakt van het preadvies dat nog ter besluitvorming aan u moet worden voorgelegd. De heer MAAS En u had gedacht: wij fietsen het wel door de raad heen. Wethouder SANDBERG Oh neen, want wij hebben zelfs lang getwijfeld of we het überhaupt naar de raad zouden moeten brengen. We hebben gezegd: laten we het toch maar proberen, want misschien dat we er toch nog een of twee over de streep kunnen halen, maar u hoort daar kennelijk niet bijdat is duidelijk. Wanneer wij via de participatie aan dat promotiefonds een bijdrage zouden kunnen leveren door zoveel mogelijk verantwoord om te gaan met het milieu, zullen we dat zeker niet laten. Want, mijnheer Van de Steenoven, het is terecht duidelijk, dat we voor een bepaalde optiek hebben gekozen en dat we van daaruit werken. En daarin speelt dat milieu best een belangrijke rol, wees daar nu van overtuigd. Dat staat niet contrair met dit voorstel. Als we niet meedoen dan hebben we helemaal niets in te brengen en dan voltrekt het zich buiten ons om. Ook dat is natuurlijk een realiteit. En als u zegt, ga die 12.500,-- besteden om te bevorderen dat men met de fiets naar de binnenstad komt, dan zeg ik u dat ik verwacht dat via wethouder Koekkoek daaraan best de nodige aandacht besteed gaat worden en dat hij met voorstellen naar u komt. Maar op de fiets naar de binnenstad, kan toch nooit een alternatief zijn voor het vliegen via Eindhoven Airport, want ik weet niet waar ik in de binnenstad moet landen. Laten we daarin eerlijk zijn. En afgezien daarvan maken we dan veel meer automobiliteitskilometers. En ja, we kunnen dan hooguit met helikopters gaan werken. Neen, neen, dat is niet het alternatief. Ik denk dat wij als raad van Breda gewoon wat dat betreft de realiteit onder ogen moeten zien. Er wordt gevlogen, dat is een realiteit en daar willen wij op een verantwoorde manier mee omgaan. Je kunt dat mogelijk op enigerlei wijze sturen, maar je kunt het nooit tegenhouden. Dat je probeert alternatieven mede tot ontwikkeling te brengen, akkoord, maar sluit je ogen niet voor de realiteit. Dat is ook de basis van dit voorstel. Ik denk dat wij tegen elkaar moeten zeggen dat, als de burgers van Eindhoven, respectievelijk Veldhoven bezwaren hebben tegen een verdere ontwikkeling van Eindhoven Airport, daarvoor dan velerlei regelingen en wetten mogelijkheden bieden. Dat is geen zaak die ons regardeert. Daar hoeft de gemeenteraad van Breda zich ook niet over uit te spreken. Ik denk dat dat aldaar in democratisch overleg tot een goede besluitvorming zal leiden. Het enige waar het nu omgaat en dat is de essentie van dit preadvies, dat is dat Breda bereid is zich te scharen in de lijn van de gemeentes uit Brabant, die allemaal worden gezien als peilers waarop de economie in deze provincie eigenlijk is gebaseerd en vanuit diezelfde economie ook een belangrijke bijdrage moet leveren tot de verbetering van het milieu. En Breda is bereid vanuit die situatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 475