26 NOVEMBER 1992
476
daaraan ook zijn steentje bij te dragen. En dat is veel meer een kwestie van collegialiteitsbeginsel,
dan te proberen een milieufanaat te zijn, want dat is helemaal niet de bedoeling. Wij willen juist
langs al deze wegen ook proberen het milieubeleid, dat de gemeenteraad van Breda voorstaat,
in brede kring uit te dragen. En er mag geen enkele twijfel over zijn dat dit voorstel daarmee
zou willen botsen.
De VOORZITTER
Dan gaan wij thans over tot de besluitvorming.
De heer GARRITSEN
Wij zouden graag zien dat er hoofdelijk wordt gestemd, want ik denk dat niet alleen de CDA-
fractie een spijtoptant heeft, maar ik neem aan dat de behandeling in de commissie Milieu ook
drie leden van het college heeft overtuigd dat ze dit voorstel niet moeten steunen.
De VOORZITTER
Wij zullen dit naïeve vertrouwen van de heer Garritsen gaan beschouwen via een hoofdelijke
stemming.
Voor het voorstel hebben gestemd:
mevrouw van Bergen-Nijeholt, mevrouw van Beusekom-Nix, de heer Blommers, mevrouw Boidin-
van Hoeve, mevrouw Brosky-Westdorp, de heer De Bruijn, de heer Dereyckere, de heer H. van
Dongen, de heer W. van Dongen, de heer Dubbelman, de heer Van Fessem, de heer Goos, de
heer Koekkoek, de heer Meeuwissen, mevrouw Neeb-Wiegersma, de heer Van Raak, de heer
Sandberg, de heer Sinke, de heer Taks en mevrouw Wouters-Kootstra.
Tegen het voorstel hebben gestemd:
de heer Adank, mevrouw Dammer-Noorman, de heer Garritsen, de heer Van Gurp, de heer
Haartman, mevrouw Heerkens, de heer Van Heusden, de heer De Leeuw, de heer Maas, de heer
Martens, mevrouw Nooteboom, de heer Van Os, de heer Peeters, mevrouw van der Poel, en
de heer Van de Steenoven.
Akkoord, met de aantekening dat na hoofdelijke stemming 20 leden voor het voorstel hebben
gestemd en 15 leden tegen het voorstel hebben gestemd.
250. POSITIE REGIONALE INDICATIECOMMISSIE.
251VERORDENING TOT HET WIJZIGEN VAN DE SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN
1987 EN DE SUBSIDIERICHTLUNEN VOOR HET DEELTERREIN SPORTBEOEFENING.
Akkoord.
252. BESTAANDE GEMEENTELIJKE FINANCIëLE VERPLICHTINGEN TWEEDE
HALFJAAR 1992 INZAKE DE UITVOERING VAN HET WOONRUIMTEVERDELINGSBE-
LEID.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Het feit dat dit voorstel weer rechtzet datgene waarop de VVD-fractie zowel bij de Kadernota
1992 als bij de Begrotingsbehandeling 1992 en ook bij de behandelingen van de begroting en
de Kadernota 1993 heeft gewezen, is op zich te prijzen. Dat wij toch over dit voorstel iets willen
zeggen, heeft dan ook feitelijk niets te maken met de inhoudelijkheid van dit voorstel, maar wel