26 NOVEMBER 1992 477 met de houding van het college tegenover verplichtingen, voortvloeiende uit een destijds aangegane overeenkomst. Wij hebben daarop als VVD-fractie gewezen en het werd genegeerd. Contractpart ners hebben recht op erkenning van die verplichtingen. Uzelf, voorzitter, heeft in een interview met de pers te kennen gegeven dat het aan voldoende communicatie ontbreekt en dit is naar onze mening ook zo'n voorbeeld daarvan. Doen voorkomen dat er vroegtijdig overleg was met de S.W.B. terwijl dat er niet was, contractpartners en personeel lang in het ongewisse laten, lijkt onvoldoende zorgvuldigheid en onvoldoende betrokkenheid te tonen bij een volkshuisvestingsaspect als een goede woningverdeling, terwijl toch die betrokkenheid er in werkelijkheid wel is. Dat is namelijk heel goed te merken uit de discussies met de portefeuillehouder in de commissie Volkshuisvesting. Laten we toch vanuitde realiteit met elkaar opereren. De gemeente heeft destijds het ei van de woningverdeling ten broede gelegd en de woningbouwverenigingen hebben het mee uitgebroed. Nu is het wel zo dat het ei ook niet wijzer zou willen zijn dan de kip en ik weet dat niet iedereen altijd even verstandig kan zijn, maar laten wij het althans proberen te zijn. Met dit voorstel doen wij dat ook eigenlijk wel. De VVD-fractie hoopt dat dit schimmenspel bij de Kadernota 1994 niet meer opgevoerd hoeft te worden, want in feite kost de lange onderhandelings- duur de gemeente nogal wat geld. De gemeente had al eerder op een lagere bijdrage kunnen zitten, als wij ook eerder de onderhandelingenhadden afgerond. Dus zo zakelijk als het werd voorgesteld, zijn wij ook bepaald niet bezig, terwijl de betrouwbaarheid als partner er niet vrijer op is geworden. Dat heeft dan alles te maken met wat het college en de raad feitelijk niet zouden willen en ook echt niet willen. Daarom vonden wij deze kritische kanttekening bij dit voorstel toch hoog nodig. De heer GARRITSEN In de commissie Financiën is ook over dit voorstel gesproken en met name van daaruit wil ik enkele opmerkingen maken, met name wat betreft punt drie: dekking uit de post onvoorzien. De verplichting die wij hebben en dat gaf mevrouw Van Beusekom in feite ook al aan, heeft alles te maken met de langlopende onderhandelingen met de woningbouwverenigingen om die zaak af te stoten. Mijn vraag op dit moment is: wat kunnen wij komend jaar hierover verwachten? Worden de onderhandelingen op tijd afgerond en wordt die zaak straks financieel goed geregeld? Want wij zien steeds dat het college allerlei voornemens heeft en vervolgens komt er niets van terecht. En dat betekent dat je veel meer financiële verplichtingen aangaat dan je in feite bereid bent aan te gaan. Ik zou willen aandringen op versnelling van die onderhandelingen en de commissie Volkshuisvesting en eventueel ook, als het er toch weer anders uitziet, de commissie Financiën over de voortgang daarvan te informeren. Wethouder DE BRUIJN Dit is een discussie die vorig jaar omstreeks deze tijd ook heeft gewoed. Even terug in het verleden moeten wij constateren dat wij de beleidslijnen in goed overleg met de vier corporaties nadrukkelijk hebben uitgewerkt en dat we daarover ook overeenstemming hebben bereikt. Misschien niet onverwacht, maar toch wel een niet altijd aanwezige eensgezindheid was bij de corporaties in dit geval aanwezig. In dat overleg was ook helderheid over de taakstelling en de taakafbakening van de verschillende participanten: de gemeente stelt de zaken beleidsmatig vast en controleert achteraf en de uitvoering wordt overgelaten aan de corporaties, of aan het gremium dat de corporaties zelf in stand willen houden. Uitgangspunten, die ons inziens vorig jaar ook al helder lagen en ons alle vertrouwen gaven in een spoedige afronding van de verdere financiële consequenties van het een en ander. Maar ook daar was de eensgezindheid bij de corporaties groot: weliswaar een heldere taakafbakening maar gemeente bemoei je nu niet meer met die woonruimteverdeling. Echter, de gemeente moet wel de zak met centen op tafel leggen. Wij hebben het daarover regelmatig in de commissie Volkshuisvesting gehad. De lusten en lasten zijn daarbij aan de orde geweest. Wat hoort er wel bij en wat hoort er niet bij. Kortom, er is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 477