26 NOVEMBER 1992 478 onderhandeld. Er is op een gegeven moment duidelijk uitgegaan van een produktdefinitie van: wat vragen wij exact aan zo'n samenwerkingsplan, respectievelijk aan de gemeenschappelijke corporaties. Daar kunnen prijskaarten aan worden gehangen en dat is het dan. U zult begrijpen, gelet op mijn eerdere woorden, dat de corporaties daarover enigszins genuanceerder dachten. Laat ik het zo formuleren, het was zo in de raad van vorig jaar en dat moeten wij dit jaar weer krijgen. Wij hebben geprobeerd eruit te komen. Er is een onderzoek geweest van de Nationale Woningraad, die getracht heeft het een en ander op een rij te zetten, om zodoende uit de impasse te komen. Dat is uiteindelijk niet gelukt. En als het een beetje meezit, zal volgende week in het college in ieder geval een uitspraak worden gedaan. Dat betekent dat wij in de commissie van december het een en ander verder met elkaar kunnen bespreken. En in de richting van de heer Garritsen, de commissie wordt regelmatig op de hoogte gesteld van de discussie daarover. De onzekerheid naar de betrokkenen, is een belangrijk punt. Mevrouw Van Beusekom haalt dat ook aan. In de commissie en ook in eerdere instantie in de raad is altijd gezegd, zolang er geen nadere afspraken zijn die een andere helderheid geven dan tot nu toe, zal de gemeente zich aan haar verplichtingen houden. Het kan nooit zo zijn, daar waar wij een contract hebben met de verschillende contractpartners dat wij daaraan zouden tornen. Kortom, enige onzekerheid in die zin is dan ook nooit aan de orde geweest. Alleen de inschatting van wanneer het eventueel afgelopen zou zijn is blijkbaar te optimistisch geweest. Dus wat betreft de onzekerheid naar de betrokkenen kunnen wij ons voorstellen dat het onduidelijk is wat er op lange termijn gaat gebeuren, maar zolang er geen afspraken zijn, die op een gegeven moment door de raad zijn bekrachtigd, zal de huidige systematiek worden voortgezet. Wij hopen alleen dat wij er op korte termijn uitkomen, omdat de nieuwe systematiek zoals wij die gezamenlijk onderschrijven, wel een keertje zal moeten ingaan, omdat je op die manier veel beter de woningzoekenden zult kunnen bereiken en kunt bedienen. Wat betreft het schimmenspel ben ik het met mevrouw Van Beusekom op zich eens dat het dat met name is ten aanzien van de financiële afwikkeling van het een en ander. Maar naar de betrokkenen is er altijd helderheid geweest: zolang er geen afspraken liggen en zolang er geen andere duidelijkheid is, ligt de huidige duidelijkheid op tafel. Wij komen onze verplichtingen normaal na tot het moment dat wij anders met elkaar afspreken. Akkoord. 253. OPHEFFEN GEMEENTELIJK WONINGBEDRIJF. 254. WOONOMGEVINGSPLANNEN IN DRIESPRONG (BRABANTPARK). 255. KREDIET AD 655.000,- TEN BEHOEVE VAN UITVOERINGSWERKZAAMHEDEN ALS GEVOLG VAN HET INVOEREN VAN HET R.V.V. 1990. 256. WIJZIGEN VAN DE VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 1990 EN AANPAS SEN VAN EEN AANTAL TARIEVENBESLUITEN Akkoord. 257. EVALUATIE PROJECT BESTRIJDING HONDENOVERLAST. De heer AD ANK Veel aspecten die aan dit voorstel ten grondslag liggen zijn in de commissie de revue gepasseerd. Wij hebben kennis genomen van de analyse die in de nota helder en overzichtelijk is geformuleerd, maar waaruit toch ook de zorg van het college spreekt of uiteindelijk de bereidheid van de hondenbezitters zo groot is dat zij het leven van hun wijk- en buurtgenoten wat draaglijker zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 478