17 DECEMBER 1992 490
De VOORZITTER
U heeft nog een stuk gekregen, dat hedenmiddag op het Stadhuis is afgeleverd.
Mevrouw HEERKENS
Het heeft lang geduurd voor wij de Peuterspeelzaalnota konden besprekenHet verhaal daarachter
mag als bekend worden verondersteld. Inzet van ambtelijke en financiële capaciteit heeft moeten
plaatsvinden ten aanzien van de kinderdagverblijven. Het grootste knelpunt op dit terrein is wel
de discrepantie tussen vraag en aanbod. In deze nota is een aantal duidelijke keuzes gemaakt,
namelijk het verhogen van de ouderbijdrage en het verhogen van de leeftijdsgrens. Wij gaan
daarmee akkoord, maar de PvdA vindt wel dat een aantal grenzen op dit beleidsterrein is bereikt.
Twee zaken dienen ons inziens nog extra benadrukt te worden uitgaande van het spreidingsbeieid
en de praktijk. Ten eerste: de vraag naar de voorziening is groter dan aanvankelijk is ingeschat.
Ten tweede: de uitbreiding van de bestaande stad. Ik heb het in de commissie ook al een keer
aangeduid en ik wil het in de raad omdat ik het een heel belangrijk probleem vind nog een keer
naar voren brengen, ik denk dat het alleen structureel kan worden opgelost wanneer de
welzijnsvoorzieningen meegenomen gaan worden in de extra gelden met betrekking tot de
areaaluitbreiding en dat geldt ook nu voor de peuterspeelzaalcapaciteit.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Opnieuw blijkt dat de capaciteit van de peuterspeelzalen de behoefte niet dekt, terwijl wij toch
op andere terreinen beleid formuleren dat gepaard gaat met een grotere behoefte aan peuteropvang
en opvang in het algemeen. De participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt moet toenemen.
Vrouwen in de bijstand moeten zoveel mogelijk uit de kaartenbak van de G. S .Den de emancipatie
moet blijvend worden gestimuleerd. Maar met de voorwaarden daartoe wordt heel karig
omgesprongen, omdat wij geen geld hebben voor nog meer subsidie. En eigenlijk is dat vreemd.
De gemeente krijgt namelijk extra geld als het aantal uitkeringsgerechtigden daalt. Daarvoor is
arbeidsmarktparticipatie nodig en daarvoor is ondermeer peuteropvang nodig. Dan zou je je toch
wel eens kunnen afvragen: waarom is er geen verband te leggen tussen die extra gelden en
noodzakelijke voorzieningen om de output van de G.S.D. te vergroten en daarmee extra geld
te genereren? Maar misschien overvallen wij u wat omdat dit creatief denken is. Maar als het
zo is dan zouden wij toch het college willen meegeven bij de Kadernota 1994 zelf ook creatief
te denken op welke wijze middelen uit andere beleidsdoelen mogelijk kunnen worden vrijgemaakt
om als het ware in de Haagse Beemden iets extra's te investeren. Dus niet zonder meer méér
geld maar een extra investeringsimpuls door misschien minder beleid te schrijven maar meer
beleid te realiseren. Een nieuwe wijk met veel jonge gezinnen op behoorlijke afstand tot de stad
verdient naar onze mening die investeringsaandacht in hoge mate. Wij wachten de Kadernota
1994 ook wat dit beleidsterrein betreft af en misschien heeft u toch wat aan onze suggestie. Verder
zijn wij akkoord met het voorstel.
De heer DE LEEUW
De nota geeft een goed inzicht in een aantal problemen waarmee wij te kampen hebben op het
gebied van peuterspeelzalen: de knelpunten van de wachtlijsten, de groepsgrootte en daarnaast
nog wat salarisproblemen. U vraagt in die nota om over een aantal van die zaken nu een besluit
te nemen en deze te formaliseren. De meeste van de punten die er instaan kunnen wij ondersteu
nen: als wij praten over de verhoging van de leeftijd van twee naar twee en een half om de
wachtlijst wat te verminderen, vinden wij dat een prima zaak, alhoewel daar ook een grens bij
bereikt moet worden. Wat betreft de Haagse Beemden denk ik dat ik mij het best kan aansluiten
bij de woorden van mevrouw Heerkens als ze zegt dat die zaak had moeten worden meegenomen
bij de areaaluitbreiding en dat zou dus bij andere gebieden die daar nog op de rol staan wat dat
betreft ook moeten gebeuren. De verhoging van de ouderbijdrage met zes tot tien procent lijkt