17 DECEMBER 1992
492
tellen: dat hebben wij dus voorgesteld om daarmee in feite een aantal leiders/leidsters te ontlasten
omdat men teveel probleemkinderen heeft in een groep. U merkt op dat ook bij het ingebouwd
peuterwerk dat soort zaken voorkomt en bij het O.V.G., dat staat in de nota, wordt ook met
die wegingsfactor gewerkt. U wijst op bezwaren die daar tegen zijn. Ik erken die bezwaren. Ik
weet ook hoe dat in het basisonderwijs is gegaan. Daar zijn wij ook niet met zijn allen even
gelukkig mee. Echter ik heb op dit moment geen betere methode om de problematiek waarmee
de leidsters aankomen op een andere manier te honoreren. Ik herhaal mijn toezegging die ik in
de commissie heb gedaan dat bij de evaluatie naar voren moet komen hoe wij hebben gewerkt
met dit verhaal. Ik heb u al toegezegd dat wij criteria voor deze weging in nauw overleg met
het veld zullen ontwerpen. Wij zullen bij de evaluatie kijken hoe dat heeft uitgepakt en eventueel
wanneer het noodzakelijk is met andere voorstellen naar u toekomen. Dat was het in eerste termijn.
Mevrouw HEERKENS
Heel kort. Ik denk dat mijn benadering in die zin iets anders is, wanneer de wethouder zegt:
wij komen er op terug bij de kadernota, dan is dat een knelpunt dat wordt ingediend voor
peuterspeelzaalcapaciteiten op zich bij de kadernota en wellicht van de gelden nieuw beleid. Wat
de PvdA wil beweren is dat wij gewoon vastlopen met welzijnsvoorzieningen, dat blijkt nu bij
de peuterspeelzaalaccommodatie. Wij hebben straks in de Haagse Beemden accommodatie maar
wij hebben geen beroepskrachten om de tent te laten draaien. Dat komt ook bij het opbouwwerk
terug, dat komt ook bij het jongerenwerk terug. Dus je loopt vast en als je dat steeds als claim
zult indienen voor gelden nieuw beleid, dan zeg ik: dan ben je verkeerd bezig. Als er uitbreiding
van de stad plaatsvindt dan zullen die welzijnsvoorzieningen mee moeten gaan bij die areaaluitbrei
ding en dat is toch een wat andere benadering dan nu door het college wellicht gekozen gaat
worden.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Wij hadden al gezegd in de eerste termijn dat wij akkoord waren met dit voorstel, maar ik beluister
ook iets in de woorden van de wethouder waar wij graag op in willen gaan. Als wij zeggen dat
de capaciteit van de peuterspeelzalen de behoefte niet dekt, dan is het percentage dat wordt
genoemd schrijnend, dat bedoelen wij ook. Daarom hebben wij getracht het in een breder kader
te plaatsen en te zeggen datje wel iets aan jezelf verplicht bent als je zegt: er zijn stimulerings
maatregelen, vrouwen en arbeidsmarktparticipatie. Daarom hebben wij ook het verband naar
de G.S.D. gelegd. U zegt dan wel dat het geen structurele gelden zijn, ik hoop toch dat het een
aantal jaren althans wel structureel is, want als je dat namelijk allemaal aan elkaar koppelt dan
zie je denk ik ook de noodzaak ervan, de noodzaak ook datje het in een breder perspectief trekt
en ook zegt: waar hoort het overal bij? Hoe gaan wij er dan mee om? Op een ander punt verwacht
ik inderdaad de creativiteit van het college. Vergeef ons dat het duidelijk inzicht in de
managementrapportages toch ook niet zo groot is geweest datje zegt: als je die leest dan kunnen
wij vervolgens als fractie zeggen: daar en daar zou je iets uit kunnen halen. Ik dacht dat het daar
voor bedoeld was maar dat lukt ons niet helemaal dus daar dringen wij aan op de creativiteit
van het college: dat het met name bij die nieuwe wijk niet zo is dat je zegt: daar komen wij nog
eens op terug, maar wij kunnen dat stadsdeel niet aan de ene kant laten drukken op alle andere
wijken en aan de andere kant niet zien dat je een stad naar behoren hoort af te bouwen.
De heer DE LEEUW
Ik wil bij de laatste opmerking van mevrouw Heerkens toch wel aansluiten. Als je een stad
uitbreidt dan vergeet je de lantaarnpalen of de riolering ook niet en ik denk dat welzijn wat dat
betreft vaak in de verdrukking komt en daarmee zal ook wel degelijk rekening moeten worden
gehouden. Wat betreft de suggestie om eventueel de leeftijd weer op te hogen naar mogelijk drie
jaar en dat wij dat bij de kadernota eventueel terugzien: voor mij mag u die suggestie bij de