17 DECEMBER 1992 499 hoc beleid geweest. Wij zijn dan ook van mening dat de gelden voor het monumentenbeleid verdeeld zouden moeten worden op basis van prioriteiten en niet op basis van: die het eerst komt, het eerst maalt. Het punt is voor ons daarbij wel wie de prioriteiten gaat bepalen in de toekomst. Ik denk dat het duidelijk is dat voor de burgers van Breda het monumentenbeleid een belangrijk punt is en wij zouden u dan ook willen verzoeken om eens serieus te bekijken of het mogelijk is om ten aanzien van het monumentenbeleid bijvoorbeeld eens over te gaan tot een stadsgesprek, zoals dat in de nota Sociale Vernieuwing als een mogelijkheid is genoemd. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX De VVD-fractie heeft er begrip voor en is het ook een beetje eens met het college dat het gemeentelijk monumentenbeleid moet worden bijgesteld. Dat wij toch tegen dit voorstel zijn willen wij met een tweetal argumenten toelichten. In de eerste plaats: uw standpunt dat alles lam gelegd moet worden om op een nieuw beleid te kunnen overschakelen wil er bij ons niet in. Wij vinden geen enkel argument in uw voorstel voldoende zwaarwegend om dit besluit te nemen. Het op is op-principe was bekend. U zult toch aanvragen in volgorde van binnenkomst moeten blijven behandelen. Op geen enkele wijze wordt aangegeven wat een planmatige aanpak gaat inhouden. Dit voorstel heeft voor ons teveel de waan van alle dag. Er is een werkgroep en die werkgroep is een aantal keren bij elkaar geweest. En die concludeert dan dat het allemaal anders moet. De eigenaren moeten dan maar met hun panden op de monumentenlijst een jaar niet bevriezen maar wel in de kou staan. Wij vinden dat hier nog nauwelijks van een gemeente als betrouwbare partner sprake is. Als wij als gemeente een verkeerd beleid in gang hebben gezet en daarmee eigenaren van panden verplicht hebben door ze op de monumentenlijst te plaatsen, dan zijn de consequenties voor ons, en deze moeten niet bij de eigenaren worden gelegd. Zo behoren we niet met elkaar om te gaan is onze mening. Dat kan naar onze mening ook niet en dat is dan tegelijkertijd ons tweede argument. Eigenaren hebben hun bezwaren tegen plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst ongegrond zien verklaren omdat de gemeente de Subsidieverordening als verweer hanteerde. En weer andere eigenaren hebben mogelijk geen bezwaar ingediend omdat er een financiële bijdrage tegenover werd gesteld. Onze mening is dan ook consequent zijn en ook de gemeentelijke monumentenlijst buiten werking stellen. Ja, en dat is iets wat ook de VVD-fractie niet wil. De heer GARRITSEN Maar dat doen we af en toe dacht ik toch wel eens? Mevrouw HEESSELS "We", zei u, hè? De heer GARRITSEN De meerderheid van de raad, dat is "we", ja. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Neen, dat is daarna uitleggen watje gezegd hebt. Uw eerste reactie was "we"mijnheer Garritsen. De heer GARRITSEN De Groen Links-fractie is inderdaad een onderdeel van de gemeenteraad. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Precies. Dus toch het kerstkind geloof ik meer, hè? Dat wil de VVD-fractie dus niet, de gemeentelijke monumentenlijst buiten werking stellen, want wij willen niethet kind met het badwa ter weggooien. Maar dan is het ook een kwestie van behoorlijk bestuur om de bijdrage te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 499