17 DECEMBER 1992 506 de situatie van vroeger nemen, tussen artikel 19 ten aanzien van de bewoners en de bestem mingsplanprocedure. De heer GARRITSEN Het verbaast mij een beetje dat ik die opmerking van de PvdA krijg en zeker van een raadslid dat in het verleden bij het eerste structuurplan zo nadrukkelijk pleitte, toen in de tijd van Van Dun, ik heb die discussie weieens eerder gevoerd. Het wordt nu eens tijd De heer VAN DE STEENOVEN Nu doet u precies wat ik heb gezegd, dat moet u niet doen, u moet niet over de procedures, zoals ze vroeger waren, praten want toen was inderdaad artikel 19 een procedure waarbij de inspraak niet gegarandeerd was, maar de tijden zijn veranderd, mijnheer Garritsen. De heer GARRITSEN Precies, dat is het punt ook, en daar verdenk ik u van. Nu zitten er andere wethouders al hele periodes en dat zou wel eens een verandering van uw standpunt kunnen bepalen. De heer VAN DE STEENOVEN Neen, dat heeft niets met personen te maken, maar het heeft te maken met de procedures. U moet weten hoe de procedures hier geregeld zijn en u ontwijkt mijn antwoord. U geeft geen ant woord op de vraag. En u begint gewoon te insinueren dat mijn mening van personen afhankelijk is. De heer GARRITSEN Ik zeg eerst dat dat heel merkwaardig is maar inhoudelijk is het natuurlijk zo, als je een bestemmingsplan maakt en zeker de keus waar wij achter staan: grote bestemmingsplannen, dan heb je een meer integrale afweging nodig, die is mogelijk. Het betekent ook met bestem mingsplannen dat je dan een uitgebreide milieuparagraaf erin hebt zitten. Dan heb je er ook, als het goed is, niet zoals bij Heilaar-Steenakker, een financiële paragraaf bij zitten, zodat je kunt zien wat het ons gaat kosten. Dat soort afwegingen is belangrijk bij bebouwing. De heer VAN DE STEENOVEN U weet toch ook dat de provincie zo'n milieuparagraaf die u er nu bij noemt ook voor elke artikel 19-procedure eist. U hebt die formulieren zelf ook gezien. Wat de provincie vandaag de dag eist ten aanzien van artikel 19 betreft zowel financiële voorwaarden als milieu-voorwaarden. U geeft geen verschil aan. De heer GARRITSEN Ik was bezig u te antwoorden. Als u nu even wacht zal ik u op al die vragen een heel helder antwoord geven. Het eerste punt is de integrale afweging, ruimtelijk, het tweede punt financieel en het andere punt qua milieu. U zegt: dat is met artikel 19 ook zo omdat die lijsten ingevuld moeten worden. Alleen is het dan zo dat die lijsten niet ter visie liggen, dat er een gebrekkige informatie is. Een financiële afweging is absoluut niet met een artikel 19 mogelijk. Een voorbeeld is, heel recent, u hebt misschien niet getekend maar wij wel, die ondergrondse parkeergarage op het Chasséveld: het financiële verhaal zat er niet bij, hoe die parkeergarage daar gepland zou zijn staat er niet bij, allerlei zaken ontbraken, ook met name over de milieukant was er geen opmerking gemaakt. Dan nog het feit dat zo'n procedure, maar dat kan ook met een be stemmingsplan plaatsvinden, in de vakantieperiode ter visie wordt gelegd. Dan denk ik dat je het op die manier dus niet moet doen. Je moet de zaak echt onderbouwd hebben met name bij dit soort grootschalige projecten. Dat zegt het college toch zelf achteraf ook als die reacties komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 506