17 DECEMBER 1992
507
Bij die parkeergarage moetje er mobiliteitsonderzoeken onder hebben liggen en dat soort zaken.
Als je nu een bestemmingsplan hebt en het voldoet aan de richtlijnen dan heb je die informatie
voor handen, dan kun je die zaak afwegen. En om helemaal niet naar het verleden te kijken:
op dit moment ligt er voor de schouwburg een artikel 19-procedure ter visie, dan zegt u en dat
is ons verschil van mening, we hebben een structuurplan, dat geeft toch de hoofdlijnen aan. Wij
zeggen: dat structuurplan ligt er wel maar dat is dermate algemeen en dermate abstract, zeker
naar de burgers maar ook voor onze fractie geldt exact hetzelfde, datje nauwelijks kunt beoordelen
wat daar gebouwd gaat worden. Als je ziet dat het daar dan mogelijk is om een zwembad aan
te leggen, om een Taptoe-terrein aan te leggen en dat soort dingen: dat zie je niet in het
structuurplan voor de binnenstad, dat is ook niet aan de orde geweest in de inspraakprocedure
De heer DUBBELMAN
Wat is de relevantie van deze discussie die lijkt op een college ruimtelijke ordening voor het
agendapunt. Kan die discussie niet verder in de commissie plaatsvinden?
De heer GARRITSEN
Ik wil het hierbij afsluiten. Maar ik geef aan bij die punten dat het wezenlijk van belang is om
een bestemmingsplan te hebben. En waar je kiest in Breda, en dat kiezen wij ook en dan ga ik
naar dit punt toe, voor de spoorzone, moet je zeggen: wij vinden dat je voor zo'n belangrijk
gebied een bestemmingsplan moet maken. Je zult eerst, wat de CDA-fractie ook aangeeft, tot
een structuurschets moeten komen, daar ga je mee de inspraak in, je neemt de randvoorwaarden
of de opmerkingen van de bewoners mee, dan kom je met dat plan en uiteindelijk kom je met
een bestemmingsplan en op basis daarvan vinden wij dat in de spoorzone gebouwd zou moeten
worden. Dat is de weg die wij gaan en ik zie absoluut niet enig voordeel, eigenlijk alleen maar
nadelen, van artikel 19-procedures. Wat betreft het tweede punt kan ik heel kort zijn: de
Teteringsedijk. Dat gebied is uit het bestemmingsplan gehaald en er wordt eigenlijk alleen en
dat doet de PvdA ook, verwezen naar het overleg met de bewoners die vinden dat het kan en
er geen problemen mee hebben. Wat ons betreft is het zo dat dat een gebied is dat bij de spoorzone
hoort en als je een integrale afweging moet doen, dan moet je eigenlijk dat gebied erbij nemen.
Dan moet je niet op dit moment al een aantal grote uitbreidingen mogelijk maken want als we
dit voorbereidingsbesluit inperken tot alleen de spoorzone en dan zonder het gedeelte waar we
vorige keer de Teteringsedijk wel meegenomen hebben, dan betekent dat dat op dat gebied ei
genlijk alleen maar functioneert een bestemmingsplan uit het jaar 1964 en dan zeggen wij: dat
is geen basis om bouwvergunningen op af te geven. Vandaar dat wij er toch aan hechten om
voor dat gebied ook een voorbereidingsbesluit te nemen. En mijn laatste opmerking betreft het
enige argument dat wij inhoudelijk gehoord hebben van het Comité Belcrum waar het ging om
geen voorbereidingsbesluit te nemen bij de spoorzone, namelijk datje met een Bouwverordening,
omdat er geen bestemmingsplan ligt, tot vijftien meter hoog kunt bouwen en met mogelijk een
nieuw bestemmingsplan of een structuurschets zou je hoger kunnen bouwen. Wij vinden dat niet
zo erg steekhoudend omdat wij denken: als je geen voorbereidingsbesluit neemt, dan kan iedere
initiatiefnemer een aantal zaken realiseren, wat we absoluut niet willen en dan heeft het college
geen invloed, de raad heeft geen invloed en de bewoners hebben geen invloed. Dus vandaar dat
wij voor dit voorbereidingsbesluit zijn met de kanttekening ten aanzien van het gedeelte dat er
helaas niet inzit.
Wethouder KOEKKOEK
Ik kan denk ik kort zijn want de beide sprekers van de PvdA en Groen Links hebben een uitermate
boeiende discussie met elkaar gevoerd. In de richting van de heer Derijckere: ik herhaal nogmaals
wat ik al verschillende keren namens het college heb gezegd. Er komt eerst een visie of een