17 DECEMBER 1992
508
structuurschets of een structuurvisie voor de spoorzone, dat kan niet anders, het is een zeer
gecompliceerd gebied en pas wanneer daar helderheid over is via allerlei stappen, kunnen we
vervolgstappen maken in de richting van een ontwerp-bestemmingsplan. We proberen natuurlijk
de achterstand ten aanzien van het niet hebben van grote overzichtelijke en adequate bestemmings
plannen in te halen. U weet dat het college daarvoor heeft ingezet op een forse uitbreiding van
de afdeling ruimtelijke ordening, dat komt eerdaags via de kadernota wel in uw richting. Het
is van groot belang om zowel naar de provincie toe als naar de burgers toe als naar u als raad
toe aan te geven dat je te allen tijde een helder inzichtelijk planologische kader moet schetsen,
of dat nu via een ontwikkel ingsschets is of een ontwerp-bestemmingsplan of een ander document:
dat planologisch inzicht moet er zijn. En dat is milieu, dat is ook verkeer en vervoer, kortom
dat zijn allerlei zaken die aan de orde zijn. Daarop moet je dan op de gepaste wijze inspraak
geven en die is natuurlijk bij een ontwikkel ingsschets van een en andere orde dan bij een bestem
mingsplan. De commotie, ik kan mij wel vinden in de woorden van de heer Van de Steenoven,
is begrijpelijk maar en dat zijn mijn woorden dan, zeer overtrokken. Ik denk dat ik daarmee
daarover genoeg heb gezegd. De Teteringsedijk hebben we eruit gelaten. Er zit een aantal positieve
ontwikkelingen aan te komen, dit zeg ik in de richting van de heer Garritsen. We hebben daarover
zorgvuldig met de bewoners overlegd, ik heb persoonlijk ook met ze gesproken en ze kunnen
die ontwikkelingen zeer billijken, zien het ook als een positieve zaak en hebben daar ook geen
bezwaren tegen, vandaar dat we als college dit wat kleinere voorbereidingsbesluitnu aan u voor
leggen.
De heer VAN DE STEENOVEN
Toch nog even een reactie vooral op de heer Garritsen, dat kan ik uiteraard niet laten. Ik wil
in ieder geval heel duidelijk zeggen dat ik geen pleidooi houd voor artikel 19-procedures, dat
zou u een beetje uit de woorden van de heer Garritsen kunnen opmaken. Ik heb gezegd: het zal
in sommige situaties onvermijdelijkblijven omdat bestemmingsplannen nu eenmaal heel moeizaam
tot stand komen, dat is een kwestie van jaren en de maatschappij staat niet stil. Als bestuur moet
je op nieuwe ontwikkelingen kunnen inspelen. Maar onze voorkeur gaat uit naar een normale
fatsoenlijke bestemmingsplanprocedure en dat is ook wat we ten aanzien van de Spoorzone hebben
afgesproken en daar zullen wij het college ook aan houden. Er zijn afspraken gemaakt, inhoudelijk
liggen die al vast in het Structuurplan Binnenstad waarin nadrukkelijk is gezegd dat het woonmilieu
in de Belcrum moet worden versterkt en niet moet worden afgebroken. Dat staat er, dat is een
concreet besluit en dat is in de raad vastgelegd en daar hebben wij ons ook nadrukkelijk achter
gesteld, dat moet zo blijven. Ten aanzien van de procedures zijn ook wij van mening met het
CDA en met Groen Links dat er eerst een visie moet worden ontwikkeld, dat er een behoorlijke
structuurschets moet komen en
De heer GARRITSEN
Wij zeggen: een bestemmingsplan maar dat zegt de PvdA ook, begreep ik uit de eerste reactie,
dat er op grond van een bestemmingsplan gebouwd moet worden.
De heer VAN DE STEENOVEN
Ik denk dat er op z'n minst, maar laat ik daar voorzichtig in zijn want u probeert mij daarop
vast te pinnen, ik vind dat er in ieder geval
De heer GARRITSEN
Dat probeerde ik wel, ook naar de buurt toe, om helderheid te geven. Is het een ontwerp-
bestemmingsplan dat ter visie moet liggen of een structuurschets? Is dat al voldoende?