17 DECEMBER 1992 525 positief geadviseerd in de commissie en het mee teruggenomen naar de fractie, omdat ons niet duidelijk was wie nu eigenlijk deel uitmaakte van die programmaraad en zolang ik dat niet weet kan ik ook niet beoordelen of er sprake is van representativiteit. Inmiddels is die duidelijkheid er wel en er is dus voor ons geen aanleiding om aan dit raadsvoorstel onze goedkeuring te onthouden. De heer GARRITSEN Met de VVD-fractie waren wij de enigen die het collegevoorstel in de commissie een positief advies hebben gegeven, met één kanttekening erbij: we zeiden zeer zeker te verwachten, als de zaak in de raad kwam dat dan de verklaringen waarom werd gevraagd er zouden komen. Die toezegging die we toch een beetje kregen van de B.R.T.S. zijn ze, ik mag wel zeggen, toch rede lijk nagekomen. Dan zeggen wij: qua representativiteit is het geen probleem en dan sluit ik eigenlijk bij de VVD aan, dat is de toets die je moet maken en we moeten positief daarover zijn denk ik. Ik heb nog wel twee vragen in de richting van het college. Wij vragen ons af, toen het stuk in de commissie kwam en ik denk nog eerder: toen dit voorstel in het college kwam, hoeveel verklaringen waren er toen binnen? Toen het in de commissie kwam waren het er vier, dan kun je niet praten over representativiteit. Als je dan toch als college eist dat er schriftelijke verklaringen moeten komen, hoe kan het college dan eigenlijk al positief adviseren terwijl er maar vier binnen zijn? Dat is toch uiterst merkwaardig, vinden wij. Het laatste punt betreft de deelname, de betrokkenheid bij de uitzendingen en de mogelijkheden om uit te zenden van verschillende groepe ringen. Wij denken dat dat heel belangrijk is, maar als er dan zo'n raad zit dan denken wij dat die de eerst aangewezen instantie is om tot afspraken te komen om dat overleg goed van de grond te krijgen. Als die zaak niet goed zou lopen dan zullen zij ook bij de politiek denk ik wel aan de bel trekken als het dan uiteindelijk gaat over de representativiteit en over hoe andere mensen daar dus toch gebruik van kunnen makenIk denk dat het zoal s het de afgelopen per iode is gelopen wel is meegevallen en naar de toekomst toe, gelet ook op de inspanningen die het BR. T. S-bestuur heeft gedaan, denk ik dat het wat dat betreft wel positief zit. Wij snappen dan ook niet echt de opmerking van de PvdA-vertegenwoordiger in de raad hier dat ze het voordeel van de twijfel geven. Ik vind als je dat hier openlijk uitspreekt dan moetje ook aantonen waarom je niet gewoon zegt: we zijn positief en waarom die kwalificatie erbij moet komen. Wethouder VAN FESSEM Ik mocht vandaag van de voorzitter van de B.R.T.S. nog twee representativiteitsverklaringen ontvangen, verklaringen van stichtingen en organisaties die daarmee aankondigen dat de vertegenwoordiger met die naam inderdaad hun belangen vertegenwoordigt. Dat levert 14 ver klaringen op van de 18. U hebt in het raadsvoorstel gezien dat er in Breda een mengvorm is, wat sleutelfiguren en mensen van organisaties, dus in mijn maar ook in uw optiek is het glashelder dat aan al deze eisen dus is voldaan. 14 van de 18, het was wat laat, maar van onze kant uit is er vanaf het begin af aan het vertrouwen geweest dat die verklaringen er zouden komen. Ik kom daar zo op bij de beantwoording van de vraag van de heer Garritsen. Wat betreft de samenwerking met Studio Audio: de proeftijd is inderdaad tot 1 januari. Ik begrijp nu toch uit de brieven die zijn gestuurd dat de B.R.T.S. zeer bereidwillig is om dat in ieder geval voort te zetten en over eventuele uitbreiding te spreken. Ik heb zelfs bespeurd in mijn gesprek, eerst met Studio Audio en daarna met de B.R.T.S.het laatste was op de elfde van de elfde dat men vandaaruit ook bereid is om te investeren in eventuele opleiding van Studio Audio wat dat betreft, dus terwille van de kwaliteit. Ik moet u zeggen, mocht het nodig zijn om te bemiddelen tussen Studio Audio en de B.R.T.S., dan ben ik daartoe gaarne bereid. Er is van mij uit een uitstekende verstandhouding met beide clubs dus ik zie niet in waarom, als het nodig zou zijn, ik ze niet wat dat betreft bij elkaar zou kunnen krijgen. Maar de bereidheid is in ieder geval voor 100% en wellicht meer aanwezig. Mevrouw Boidin vraagt nog of de boodschap kan worden meegenomen naar het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 525