17 DECEMBER 1992 528 daar waar zijn hart toch heel dikwijls ligt en dat is het vakbondswerk. De heer Martens heeft bijna 19 jaar deel uitgemaakt van deze gemeenteraad en heeft in een aantal commissies gezeten, heeft in de periode 1984-1986 het fractievoorzitterschap van de PvdA in deze gemeenteraad bekleed. Hij is met name als ik het zo mag samenvatten werkzaam geweest, naast natuurlijk de commissie Sport en Recreatie, op het terrein van economische zaken, de commissie Economische Zaken en ook de N.V. BRIM, zelfs tot gisteravond toe heeft hij nog de vergadering als commissaris bijgewoond. Ik denk als we vandaag met elkaar terug mogen blikken op dat wat de heer Martenns heeft gedaan in al die jaren, dat we dan met elkaar mogen vaststellen dat hij vanuit zijn politieke overtuiging, met name ook in die commissies daar waar het ging om economi sche besluitvorming toch dat sociale element altijd sterk naar voren heeft willen brengen. Hij heeft in dat opzicht in het verleden ook namens de raad en in het verlengde van het raads lidmaatschap een aantal functies bekleed in de Raad van Beheer van N.V. Sportfondsenbaden, naderhand de Stichting Bredase Zwembaden, lid van het Georganiseerd Overleg gedurende een groot aantal jaren en al die activiteiten die hij hier in Breda met name ook in de politiek heeft ondernomen, hingen zoals ik al zei heel duidelijk samen met zijn politieke visie, zijn overtuiging dat de mensen en dan vooral de werkende mens de bijzondere aandacht van de overheid verdienen en hij heeft zijn mening in dat opzicht ook nooit onder stoelen of banken gestoken. Inmiddels is hij 36 jaar lid van de F.N.V., van 1974-1986 kaderlid Overleg Bedrijfsgroep Metaal en een groot aantal jaren lid van de ondernemingsraad bij Backer en Rueb en heeft hij in dat opzicht de R.S.V.-affaire van een bepaalde kant ook meegemaakt en ook gefunctioneerd als lid van de Overleggroep R.S.V. in de periode 1982 tot en met 1986. Als aan mij wordt gevraagd de heer Martens te karakteriseren dan denk ik dat wat hij in zijn afscheidsbrief aan mij heeft geschreven hem denk ik ten voeten uit typeert. Allereerst zegt hij: de motivatie en de inzet die nodig zijn voor een raadslidmaatschap kan ik niet meer opbrengen. Hij kan het niet meer opbrengen omdat hij ook vindt dat het ten koste kan gaan van zijn gezondheid, maar ook omdat hij vanuit zijn overtuiging vindt dat een aantal politieke zaken niet meer door hem kan worden uitgelegd in de richting van zijn achterban. En daar kunnen we het mee eens zijn of mee oneens zijn, het is de manier denk ik waarop we de heer Martens hier in de Bredase politiek hebben leren kennen: een afkeer van zaken, zoals hij die betitelt, die een elitair karakter hebben. Hij profileert zich ook binnen de fractie graag als iemand die namens de werknemers wil spreken, in feite heeft hij ook binnen de PvdA echt als de vakbondsman geopereerd. De heer Martens wordt binnen de fractie beschouwd als een ervaren rot. Ik heb begrepen dat hij in feite ook als een soort aarts vader is opgetreden voor Marja Heerkens en Mary Heessels en we hebben met elkaar kunnen vaststellen dat daar twee volwassen raadsleden uitzijn gegroeid. In dat opzicht heeft zijn politieke assistentie natuurlijk met de ruime ervaring die hij heeft gehad denk ik ook de fractie van de PvdA heel veel voordelen opgeleverd. Wat denk ik ook de raadsleden, mijnheer Martens, in uw optreden de afgelopen bijna 19 jaar heeft aangesproken is uw nuchterheid: nuchterheid om heel moeilijke kwesties tot de politieke essentie te reduceren. Daarbij bent u recht door zee, u bent niet de man van omstandige verhalen, u zegt wat u vindt, u houdt niet van poeha en u zegt het dan ook soms op een manier die de mensen niet altijd heel plezierig vinden, maar waardoor we wel precies begrijpen wat u bedoelt. U heeft gelukkig naast al die activiteiten in de gemeenteraad, de politieke activiteiten en het vakbondswerk, ook nog tijd gevonden om actief te zijn als lief hebber van voetbal, NAC-supporter uiteraard, maar ook jarenlang bent u jeugdleider geweest bij de voetbalvereniging T.V.C. en daarnaast bent u ook nog een liefhebber van fanfaremuziek en van harmonie. U ging af en toe wel eens naar de Taptoe in de tijd dat het van de Pvd A-fractie nog niet mocht. Maar ook in dat opzicht zijn de tijden binnen de PvdA veranderd. Mijnheer Martens, ik denk dat we met u en met elkaar hier moeten vaststellen dat wij op zich uw besluit om afscheid te nemen van de gemeenteraad van Breda, van het politiek bedrijf in Breda, moeten respecteren. Ik hoop dat u er van overtuigd zult zijn dat wij de wijze waarop u bent opgekomen voor de belangen van de mensen waar u voor stond in hoge mate hebben gewaardeerd en dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 528