25 FEBRUARI 1992 53 fractie waarom ze dat niet doet. Een vraag die is blijven liggen voor mij, is de relatie burger- bestuur. Op zich is dit heel belangrijk. U vult er een bedrag voor in en u zegt: de onderbou wing geeft straks - dit zijn even mijn eigen woorden - de D66-fractie. Ik zou graag van willen weten hoe u dat onderbouwt inhoudelijk. De heer VAN FESSEM Ik zal die vraag meenemen en erop terugkomen bij de tweede termijn. 5. De participatie van de gehandicapten door extra maatregelen inzake de aanpassing ten aanzien van de bereikbaar heid van openbare gebouwen en openbare ruimten. De echte zwakken in onze samenleving moeten gebouwelijk en ruimtelijk in staat zijn deel te nemen aan het openbare leven en maat schappelijk functioneren en daarin zeker zo min mogelijk fysieke beperkingen tegen komen. En tenslotte: 6. Breda is een mooie maar ook een dure stad. De O.G.B. is hoog. Het bestuur is zeer actief op milieugebied, dat laatste gaat ook steeds meer geld kosten, maar dat is ook zo afgesproken. Gezien onze opvatting om de lasten voor de burger te beperken is het ons inziens zinvol de burger een beetje te ontzien, door naast alle verhogingen de inflatie-verhoging van de O.G.B. met 200.000,— te mitigeren. Dat voorshands over het amendement. De heer TAKS Heeft de heer Van Fessem uitgerekend wat dat per aansluiting betekent, hoe blij zal die burger daarmee kunnen zijn? De heer VAN FESSEM Ja hoor, dat heb ik uitgerekend. De heer TAKS U hebt het uitgerekend, u denkt dat de burger blij is? De heer VAN FESSEM Ja hoor, 3,70 De heer TAKS Buitengewoon schamel, wij zouden ons ervoor schamen. De heer VAN FESSEM Dat is wat anders: of het schamel is. Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd, mijnheer Taks, maar je moet ergens beginnen. De heer TAKS Dat is de C.D.A.-visie. Dank u. De heer VAN FESSEM Dat is een spreekwoord. Nu nog enkele opmerkingen die ik graag in een actueel kader zet. Het is weer hetzelfde liedje van de bestuurlijke/ambtelijke integratie en samenwerking. Een actueel kader allereerst vanwege het nieuwe Stadskantoor, waar bestuur en diensten enerzijds en diensten samen anderzijds onder één dak zitten en elkaar sneller weten te vinden, bijna letterlijk. Iemand persoonlijk ontmoeten en spreken is anders dan telefonisch of een keer per jaar op een sportdag. Ten tweede, de nieuwe gemeentesecretaris die wij gaan benoemen. Nadrukkelijk wil ik er voor waken om van de man bij het belasten van het herstel van wat te lang is nagelaten, wonderen te verwachten. Wil de nieuwe secretaris met zijn concerndienst slagen dan zal ons aller inspanning en vooral politieke wil daarbij blijvend nodig zijn. Ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 53