25 FEBRUARI 1992 55
de raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Kadernota 1993
en het daarbij behorende ontwerp-raadsbesluit;
overwegende
- dat de Kadernota 1993 in belangrijke mate gekenmerkt wordt door bezuinigingen ten gevolge
van kortingen op de gemeente-fondsuitkering als uitvloeisel van de tussenbalans;
- dat bij het programakkoord 1990-1994 tussen de programpartijen afspraken zijn gemaakt
over beleidsprioriteiten in deze raadsperiode;
- dat bij eerder genoemd programakkoord is vastgelegd dat in principe per jaar 1.500.000,--
ruimte voor nieuw beleid beschikbaar zou komen voor de invulling van die beleidsprioriteiten;
- dat bij de behandeling van de begroting 1991 een groot aantal beleidsprioriteiten is ingevuld,
op basis van een meerjarig programma, voor de jaren 1991, 1992, 1993 en 1994;
- dat voor de jaren 1993 en 1994 een nog niet ingevulde ruimte van 1.194.000,-- resteerde,
waarvan voor het jaar 1993 een bedrag van 476.000,—;
- dat door het college wordt voorgesteld om onder meer de ruimte voor nieuw beleid voor
1993 ad 476.000,-- in te zetten ter dekking van eerder genoemde bezuinigingen;
constaterende
- dat, gelet op de actuele financiële situatie, een onevenwichtigheid kan ontstaan in de
afweging van alle beleidsprioriteiten ten opzichte van de invulling die op basis van een gunstig
financieel perspectief werd gemaakt bij het meerjarig programma voor nieuw beleid bij de
begroting 1991;
- dat een aantal in het programakkoord genoemde beleidsprioriteiten nog niet c.q. onvoldoende
is ingevuld;
- dat een nadere toetsing door het C.P.B. zal plaatsvinden inzake de mate waarin de veronder
stelde besparing op loonkosten door maatregelen in het kader van ziekteverzuim wordt gereali
seerd, dat derhalve een mogelijke bijstelling van de opgelegde korting niet is uitgesloten en het
derhalve prematuur is nu reeds de korting in volle omvang als bezuinigingstaakstelling op te
nemen;
- dat de door het college per 1996 voorgestelde verlaging van het bedrag per woning voor
areaaluitbreiding, op een eerder tijdstip kan worden gerealiseerd, dat tegen de achtergrond van
de substantiële bedragen die reeds bij eerdere besluiten voor de verbetering van de onder-
houdssituatie van infrastructuur en groenvoorzieningen zijn toegekend;
- dat het college heeft toegezegd de haalbaarheid van de voorgestelde bezuinigingen op het
beleidsterrein emancipatie middels een notitie nader te onderbouwen;