25 FEBRUARI 1992 77 instantie die in samenspraak met de betrokkene probeert te redden wat er te redden valt. En het mag niet zo zijn, dat niemand binnen de gemeentelijke diensten deze taken tot de zijne rekent, of dat iedereen binnen de dienst de zaak kan afschuiven door er op te wijzen dat binnen zijn dienst het budget ontbreekt. En wij zullen daar dan ook een motie op indienen.In de functionele commissies zijn er een drietal verschillende zienswijzen geformuleerd door respectievelijk de burgemeester, de wethouder van milieu en uiteindelijk ook door de wethou der van financiën. De nota spreekt alleen maar over een "meerderheid" van het college, die dit bezuinigingsvoorstel zou ondersteunen. Wil het college nu eens precies aangeven welk standpunt op dit moment het standpunt van het college is? B.10. De voorgestelde bezuiniging op de weekend-veegdienst is wat onze fractie betreft een slechte zaak. Wanneer je op zondag door onze stad wandelt, dan moet je je nek niet breken over bierblikken en evenmin uitglijden over restanten frietzakken met mayonaise. Waar deze stad iets aan public relations wil doen, dan zul je moeten beginnen met er een toonbare stad van te maken, ook op de zondagochtend. Dan presenteer je ons inziens een visitekaartje! C.ll. Wij maken ons ernstige zorgen over de voorgestelde verschuivingen van de budgetten van het JAC. Er van uitgaande dat die besparing kan worden bereikt door een gefaseerde overdracht menen wij toch dat het tekenend is dat uit de informatie bij het JAC is gebleken dat daar over dit voorstel nog helemaal niets bekend was. Kortom, ons inziens dient beleid gestalte te krijgen in overleg met de betrokkenen, waarbij alle aspecten aan de orde kunnen komen. Het mag niet zo zijn dat deze bezuiniging straks een voldongen feit is terwijl wij nog steeds niet weten of er mogelijk ook beleidsinhoudelijke argumenten zijn om juist van een overdracht naar de provincie af te zien. De vraag is dan of het college kan aangeven hoe "hard" de overdracht is van gemeente naar provincie. En daarbij vernemen wij tevens graag of het college ook dat beleidsinhoudelijk een juiste ontwikkeling zou vinden. C.13. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de verslavingszorg. In verschillende commissies is de verslavingszorg een regelmatig terugkerend onderwerp van bespreking. Dat de gemeentelijke bijdrage slechts een klein gedeelte vormt van de bijdragen uit andere bron kan ons niet overtuigen. Doorslagge vend behoort ons inziens te zijn of dat kleine gedeelte een wezenlijke bijdrage vormt voor het terugdringen van verslaving, of dat het met dat geringe budget mogelijk is om gemeentelijke accenten te leggen. Wij maken ons daarbij tegelijk zorgen over de toekomstige inzet van de middelen die verkregen worden uit de convenanten met de gokkastexploitanten. Uitvloeisel van dit beleid zou kunnen zijn dat die gelden straks in de algemene middelen vloeien en ik denk dat dat niet de bedoeling is. Vooralsnog zal een verslavingsbeleid wat ons betreft primair het aanpakken van de bron betekenen en het convenantenidee past ons inziens niet in die visie. Gelet op de resultaten van recente studie over de gokverslaving in Breda juichen wij het toe indien het college alsnog besluit om in ieder geval te beginnen met de kansspelautomaten in de droge horeca te gaan verbieden. C.1B. De discussie over de zwembaden lijkt in het college te zijn beslecht. De sluiting van een van de baden staat voor de deur zonder dat deze raad zich daarover al heeft kunnen uitspreken. Ook wij maken ons zorgen over de exploitatieresultaten van de Bredase zwembaden. Om a priori de besluitvorming daarover voor een voldongen feit te plaatsen doet geen goed aan de politieke verantwoordelijkheid die wij als raad hebben. Deze raad moet ons inziens in alle openheid een weloverwogen besluit kunnen nemen. Uitgaan van een bezuiniging van een halve ton laat onvoldoende ruimte om straks ook daadwerkelijk beleidskeuzes in te vullen. En passant komt in deze Kadernota ook het schoolzwemmen als mogelijke bezuiniging in de toekomst weer eens een keer om de hoek. Wat ons betreft zou er eerder meer geld moeten worden uitgetrokken voor schoolzwemmen dan minder. Het is zorgwekkend dat een belangrijk deel van onze schooljeugd die elementaire noodzaak in ons waterrijke land niet meer of onvoldoende krijgt aangeboden. Wij vernemen op dit punt graag de visie van de wethouder Sport. C.19. Ten aanzien van de overdracht van het onderhoud en Welzijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 77