25 FEBRUARI 1992
79
reeds van gemeentewege worden verricht. Wat er nu gebeurt is dat inspraak en besluitvorming
in het vooruitzicht worden gesteld terwijl de financiële beperkingen al vast staan. Overigens
bestaan er ook inhoudelijke bezwaren tegen de bezuiniging op de post emancipatie. Voor
zover er al sprake is van emancipatiebeleid is dat een beleid dat geïnitieerd is vanuit en
constant gevoed wordt door vrouwen en emancipatiegroepen. Emancipatie is niet een beleid
waarvan we nu al kunnen zeggen dat een eindpunt is bereikt. Er zal nog heel veel moeten
gebeuren alvorens de initiatieven, die voornamelijk van onderop komen, niet meer nodig zijn.
En ten aanzien van dit punt stel ik u dan ook alvast een motie in het vooruitzicht.
Overigen
Ten aanzien van de overige bezuinigingsvoorstellen: wij kunnen ons daarin zij het aarzelend,
wel vinden. Wat ons betreft was er ten aanzien van die voorstellen echter geen Kadernota
nodig. Gelet op de summiere toelichting ten aanzien van de diverse onderdelen, gaat het
voornamelijk om posten die door efficiënt toezicht en controle op de uitgaven eveneens tot
besparing hadden kunnen leiden.
Ruimte voor nieuw beleid
Een van de uitgangspunten in deze Kadernota is dat de ruimte voor nieuw beleid wordt
bevroren ten einde aldus de toekomstige raad niet met de problemen op te zadelen. Die keuze
is ons inziens discutabel. Regeren is vooruitzien en is geen koffiedik kijken. In de Kadernota
zit een aantal aannames waarbij op zijn minst genomen vraagtekens kunnen worden geplaatst.
Zo valt op dat ogenschijnlijk nauwkeurig wordt voorspeld hoeveel woningen er straks nog
worden gebouwd en welke verliespost dat op den duur op gaat leveren. Wij vragen ons dat af.
Wanneer het college actief op zoek gaat naar ruimte en daar een actief beleid ontwikkelt met
betrekking tot de aankoop van grond dan wel de ontwikkelingen van bestemmingsplannen,
zodat gronden ook niet onder ons weggekocht kunnen worden, dan is het beeld wellicht veel
minder somber dan het nu schijnt. De keuze om geen middelen in te zetten voor nieuw beleid
is voorlopig niet de onze. Er is sprake van een aantal noden in deze stad waar wel degelijk op
middellange termijn middelen op ingezet moeten worden. Wij zullen daarop straks bij de
behandeling van de begroting zeer zeker terug komen. Tot slot. Dit college heeft in deze
Kadernota een aantal bezuinigingsvoorstellen gepresenteerd zonder dat diezelfde nota houvast
biedt aan de beleidsinhoudelijke aspecten. De nota verdient wat ons betreft een dikke onvol
doende. De raad zal straks moeten instemmen met de benoeming van een nieuwe gemeentese
cretaris, een "krachtpatser", zo luidt het in De Stem. Wij zouden het op prijs stellen indien
deze krachtpatser in staat is om ook dit college nu eens aan het werk te zetten. Wellicht biedt
de volgende Kadernota dan meer mogelijkheden om met het college van gedachten te wisselen
over het te voeren beleid.
MOTIE (3)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 25 en 27 februari 1992, ter behandeling
van de Kadernota 1993;
constateert;