30 JANUARI 1992 8 heb ook moeite en ik wens me daar toch van te distantiëren, wanneer gesproken wordt over een brief van een ambtenaar. Ik zal U het volgende mededelen. De heer Garritsen belt op vrijdagmiddag met de heer Govers, niet een ambtenaar, maar de adjunct-directeur van het Grondbedrijf. Hij krijgt dan uitvoerige informatie over de feitelijke stand van zaken met betrekking tot de seniorenhuisvesting en stelt de volgende dag schriftelijke vragen in het college, waarin de antwoorden die hij van de heer Govers heeft gekregen, als vragen aan het college worden geformuleerd. De heer Govers is niet zo maar een ambtenaar, hij is weliswaar niet de directeur van het Grondbedrijf, maar hij is wel de plaatsvervangend direc teur. Ik vind dat dit dan ook maar luid en duidelijk moet worden geformuleerd. Dan het cruciale punt. De heer Garritsen vindt dat het college zich moest distantiëren van een uitlating die ik heb gedaan naar aanleiding van een telefonisch verzoek van een journalist op zondagavond naar aanleiding van de gewraakte vragen die op die zaterdag zijn ingediend. Op de vragen van de heer Garritsen dienaangaande heeft het college als volgt geantwoord: "Wethouder Römkens heeft ons college medegedeeld dat de weergave van zijn reactie qua strekking juist is. Tevens deelde hij mede dat hij hogelijk verbaasd was door deze vragen, gezien het door hem namens het college verwoordde standpunt met betrekking tot het handhaven van de Willem Merkxtuin"De vraag was namelijk: is het juist dat er onder de Willem Merkxtuin een parkeergarage komt? Ik heb daarop op mijn eigen wijze gereageerd en omdat ik de vraag als zodanig zo ver bezijden de werkelijkheid vond heb ik me wellicht, en ik wil dat rustig in de richting van de heer Garritsen zeggen, wat erg theatraal uitgedrukt, hetgeen niet wegneemt dat in de beantwoording, want nu ga ik weer door met de beantwoor ding die het college heeft gegeven, het college heeft gezegd: "De heer Römkens deelde ons mede dat zijn reactie niet bedoeld was gericht te zijn op enige persoon, laat staan de heer Garritsen". Als de heer Garritsen vindt dat het college zich moet distantiëren dan zeg ik: het college hoeft zich nergens van te distantiëren. Ik heb met deze beantwoording die, mede namens mij, door het college aan de heer Garritsen is gegeven, duidelijk aangegeven wat de achtergrond was van mijn reactie. Daarmee heb ik noch de heer Garritsen, noch wie dan ook enige persoonsschade willen toebrengen. Bovendien denk ik dat een opmerking van mij zeker geen persoonsschade aan de heer Garritsen zal toebrengen. Ik denk dat ik nu nogmaals uitvoerig heb aangegeven hoe de situatie is gelopen en dat wij, op het moment dat wij de vragen beantwoordden in eerste termijn, inderdaad de verwachting hadden dat in het voorjaar 1992 de bouwvergunning kon worden afgegeven. Dat blijkt dus nu achteraf, gezien de onderhandelingen, niet helemaal het geval te zijn. De relaties met andere plannen in de Catharinastraat zijn naar mijn mening op dit ogenblik niet aan de orde. De VOORZITTER Bedoelt de wethouder nu dat een positieve opmerking van hem in de richting van de heer Garritsen, schadelijk voor de carrière van de heer Garritsen zou zijn of niet? De heer GARRITSEN Even in de richting van de wethouder. Het pand Spock hadden we aangekocht met de bedoeling dat daarin Marokkaanse jongeren zouden komen; dat is ook al niet doorgegaan. Ik heb daarover schriftelijke vragen gesteld en die zijn niet beantwoord. Ik heb vragen gesteld over de kwestie hoe daar het parkeren geregeld zou zijn. Die vraag is niet beantwoord. Wat de heer Van Raak in Uw richting aanlevert is terecht. Dat er seniorenwoningen komen is inderdaad bekend, maar waar het mij om ging is dat ik daarover wel wat verder geïnfor meerd wilde worden. Ik denk dat vanavond de hele raad weer iets nieuws hoort, als U meedeelt dat, als ik U goed heb begrepen, vanwege het financiële draagvlak van het hele verhaal, er mogelijk op een deel van het Valkenberg seniorenhuisvesting zal komen. Dat zijn mededelingen waarvan ik denk: laten we die zaken zorgvuldiger doen. Het afstoten van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 8