18 FEBRUARI 1993
105
die discussie ook aandurven en dan zullen we best nog een confrontatie met de andere
gemeenten krijgen en we zullen ook zeker een confrontatie met de gemeenten Oosterhout en
Etten-Leur krijgen en dat zal geen gemakkelijk proces zijn. We zullen een confrontatie met
alle 21 gemeenten krijgen, we zullen de confrontatie ook met de provincie krijgen. Het moet
gebeuren vanuit de afweging: levert het ons die gezamenlijke meerwaarde van het milieu op.
Dat is de doelstelling waarop het besluit van Breda is gericht: en dat is de doelstelling waarop
het besluit van het Stadsgewest is gericht: uitgaan van die gezamenlijke meerwaarde van het
milieu, want zelfs als we trots zijn op wat Breda op het terrein van het milieubeleid doet, met
het gemeentelijk milieubeleidsplan, met de uitvoeringsprogramma's daarbij, dan nog moeten
we ook in Breda constateren: we kunnen het niet goed doen als we dat niet regionaal doen.
Als we praten over gebiedsgerichtbeleid, als we praten over eenduidigheid van bijvoorbeeld
het Chaamse Beekdalenproject, Breda-Zuid- projecten of de benadering van doelgroepen als
bedrijven, agrariërs en de burgers, dan zal daar ook eenduidigheid in moeten zijn en dan
houdt het echt niet op bij de grens met Teteringen en ook niet bij de grens met Oosterhout en
ook niet bij de grens tussen Oosterhout en Raamsdonk. Dan zullen al die problemen die u
allemaal signaleert ook in beeld komen, maar we moeten dat wel met elkaar aangaan vanuit
die gezamenlijke meerwaarde. Uitgaande van de regio West-Brabant, uitgaande van die
democratische controle in perspectief proberen we dat zo goed mogelijk in te vullen in een
gewestelijk verband, in portefeuillehoudersoverleg, de commissievergaderingen van het
Stadsgewest durf ik hier op dit moment niet ter discussie te brengen, maar dan ook in relatie
met de terugkoppeling naar de Bredase politiek in het college, in de commissie en we zullen
dat ook zorgvuldig met elkaar invullen. Ten aanzien van de verambtelijking van het beleid
zullen we moeten zorgen dat er geen bureaucratische organisatie ontstaat, maar dat de
politieke aansturing voorop blijft staan, want juist die politieke aansturing wordt gevoed door
de belangen van de gemeenten en de burgers. Van daaruit zal die relatie ook met de gemeente
vorm worden gegeven. In de toekomst zal de invulling van een Wet Milieubeheer dat proces
alleen nog maar versterken, want dan moeten we met zijn allen een regionaal milieube
leidsplan vaststellen. Dat regionaal milieubeleidsplan is het kader waarin gemeenten uit
voeringsprogramma's vaststellen en die zullen geënt moeten zijn op het regionaal milieu
beleidsplan. Ik heb nog één zaak, dat is in de commissie ook in discussie geweest, rondom het
afvalbeleid. Op dit moment hebben wij in Breda een eigen inzamelingsbedrijf, de sector
afvalstoffen. Andere gemeenten, Oosterhout en Etten-Leur, hebben dat ook. Een aantal andere
gemeenten heeft dat geprivatiseerd. Van belang is in ieder geval ten aanzien van het afvalstof
fenbeleid dat wij beleidsmatig een integratie doen naar de taken met het Stadsgewest, het
Stadsgewest heeft op dit moment daar al een aantal taken. De beheersactiviteiten en het beleid
dat we in Breda op dit moment voeren ten aanzien van de invoering en de opschaling daarvan.
Wij zullen nader met elkaar moeten praten wat in de toekomst de meest efficiënte organisatie
is. Dat heeft te maken met de afstemming van het beleid en het beheer. Dat heeft ook te
maken met de toekomstige organisatie-ontwikkeling. Uitgaande van de huidige situatie hebben
wij, in relatie tot de ontwikkeling van de dienst Stadsbeheer, vooralsnog gezegd deze er toch
ook bij in te kaderen en daarop bij de definitieve besluitvorming nader terug te komen. Maar
dat heeft ook duidelijk te maken met onze eigen ontwikkeling van het Stadsbeheer en de totale
beheersfuncties in het Bredase. Ik denk dat ik daarmee de totale lijn heb gehad. Ik kan alle
dingen nog terugpakken, maar daarop komen we in relatie tot de toetsing nog terug. Het
proces in het Stadsgewest is als volgt: op 2 april neemt de gewestraad hopelijk het princi
pebesluit, 9 maart krijgt u de gelegenheid in Etten-Leur om alle informatie van het Stadsge
west, van het ministerie en van de provincie in beeld te brengen. Daarna zal hopelijk het
Stadsgewest gezamenlijk een principebesluit nemen en gaan de onderhandelingen gebeuren en
wij koppelen die onderhandelingen zoals ook afgesproken terug medio dit jaar in de commis
sies en op basis daarvan zullen we in de loop van het jaar definitief een besluit nemen, waar