24 MAART 1993 110
maatschappelijkeorganisaties. Kuntu aangeven, dit is de eerste vraag, in welke mate de overdracht
van taken aan maatschappelijke organisaties onderdeel uitmaakt van de nog nader aan te duiden
bezuinigingsvoorstellen en hoe hierbij de politieke afweging tot stand komt? Kunt u tevens
aangeven in hoeverre het nu reeds in discussie komt of de overheid ook taken volledig afstoot
danwel niet meer via subsidiëring ondersteunt? Voor de CD A-fractie geldt vooral dat concrete
uitvoerende beheerstaken en taken die een specifieke deskundigheid vragen aan het particuliere
bedrijfsleven moeten kunnen worden overgelaten. Een ander thema in deze inleiding betreft:
regiovorming, met andere woorden: Breda in breder perspectief. Steeds meer geldt in de discussie
de vraag in hoeverre wij als stad Breda een aantal taken op vele gebieden zelfstandig kunnen
uitoefenen, danwel kunnen blijven uitoefenen, danwel dat wij bepaalde activiteiten in regionaal
verband moeten gaan uitvoeren. De discussie over de regiovorming speelt ook in het Stadsgewest
Breda en na een eventuele fusie met het Streekgewest ook in West-Brabant. Ik neem deze
gelegenheid te baat en dat zal u als voorzitter zeer zeker genoegen doen, om te stellen dat nauwe
samenwerking van Stads- en Streekgewest ons zeer aanspreekt. Voor de CD A-fractie geldt als
uitgangspunt wel dat lokaal moet gebeuren wat lokaal kan en bovenlokaal c.q. regionaal, wat
lokaal niet kan. Met de besluitvorming over de start van de regionalisering van de milieuzorg,
de R.M.D. (Regionale Milieudienst), hebben wij hiertoe een eerste stap gezet. De discussie spitst
zich daarbij vooral toe op de toekomstige democratische legitimatie van een regionaal bestuur.
De uiteindelijke vorm daarvan zal nog nader worden vastgesteld, maar dat deze er zal komen
staat voor het CDA vast. De betrokkenheid van en met de burgers bij beleid en uitvoering mag
niet uit het oog worden verloren. Los hiervan moet dit het versterken van het regionaal denken
niet frustreren maar wij constateren daarbij dat ook verlengd lokaal bestuur daarbij een goede
basis kan zijn voor de versterking van het regionale functioneren. Kunt u ons nader informeren
over de stand van zaken op dit moment en in het vervolgtraject? Een slotopmerking in deze
inleiding betreft het besturen in Breda. Enige tijd geleden verscheen in de Volkskrant een bericht
over de bestuurbaarheid van Breda, dat niet in alle opzichten lovend van toon was. De
berichtgeving in de pers is niet altijd volledig. Dit geeft mij aanleiding om te wijzen op een
belangrijk document dat bij deze Kadernota hoort, te weten: "stand van zaken uitvoering
programakkoord 1990-1994"Uit dit document blijkt dat er heel veel goede dingen zijn gebeurd
en nog gebeuren. Ik nodig het college uit om in de eerstvolgende "Uitleg", die "Uitleg" te
gebruiken om de bewoners van Breda in te lichten over deze stand van zaken. Wij mogen ook
wel eens stilstaan bij datgene wat is bereikt in deze raadsperiode en dat Breda een stad is waar
veel dingen goed gebeuren. Kortom: in goed christen-democratisch jargon: tel ook eens je zegenin
gen. Er is reden tot enige tevredenheid maar dit mag niet leiden tot zelfvoldaanheid. Het tweede
onderdeel betreft een financiële beschouwing. Om te beginnen een algemene opmerking. De
financiële positie van de gemeente wordt enerzijds bepaald door het al dan niet hebben van een
sluitende begroting, anderzijds door de financiële kwetsbaarheid met name op termijn. Bij dit
laatste spelen de risico's en de reservepositie een zeer grote rol. Om de risico's goed te kunnen
inschatten is inzicht nodig in de grote investeringen en verplichtingen die we reeds zijn aangegaan
of zullen aangaan. Een eerste stap om dit inzicht te krijgen is thans gezet met het ontvangen van
het grote projectenplan. Een tweede stap zal zijn het verkrijgen van inzicht in de overige grote
investeringen, waaronder een aantal bestemmingsplannen. Door defunctiewethouder is toegezegd
zoveel mogelijk tussentijds hierover informatie te verschaffen, met als afronding het verstrekken
van een totaaloverzicht bij de begroting 1994. Overigens memoreer ik met instemming deze
toezegging. Blijft thans de zorg over de onder p.m. opgenomen risico's, waarbij één post met
name moet worden genoemd: risico's bodemsanering. Deze post noem ik met name omdat deze
ook risico's zou kunnen betekenen bij de realisatie van de geplande woningbouwproduktie met
alle mogelijke nadelige gevolgen voor de financiële positie van Breda. Dit voorbeeld van met
elkaar samenhangende belangen en beslissingen zou nog verder kunnen worden uitgebreid maar
ik beperk me hierbij om het belang te onderstrepen van een tijdig en voldoende inzicht in financiële