24 MAART 1993 119
De VOORZITTER
Ook dit, maar het wordt iets anders als u de tekst die hier al op papier staat gaat beschouwen
als de aanloop voor het beantwoorden van de interruptie.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Neen, dat niet, maar dan kan ik gewoon weer ademhalen en denken: ik heb toch die tijd die ik
nodig heb.
De VOORZITTER
De andere fractie-voorzitters waren ook allemaal een beetje over tijd. De gemeentesecretaris is
streng maar rechtvaardig.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Als je dus kijkt naar wat er gebeurt vanuit het Rijk naar de gemeenten dan is het duidelijk dat
daaruit dan ook zal moeten blijken de mate van soberheid die het Bredase beleid de komende
jaren zal moeten kenmerken. Maar bij voorkeur niet een soberheid die een verdere aanslag pleegt
op het onderhouds- en investeringsniveau in deze stad. Te lang hebben deze budgetten de laatste
jaren onder druk gestaan. De V.V.D.-fractie prijst zich gelukkig dat ondanks deze druk hoge
investeringen zijn besteed aan de verbetering van het woon- en leefmilieu in de diverse wijken.
Het blijvend versterken van het onderhouds- en investeringsniveau heeft bovendien een gunstige
nevenwerking op de werkgelegenheid. Wij zijn dan ook zeer bezorgd over de negatieve
werkgelegenheidsontwikkeling in Breda. De langdurige werkloosheid loopt gevaar daardoor in
stand te blijven. Wij zijn dan ook sceptisch over het effect van allerlei stimulerings- en
scholingsmaatregelen als langdurig werklozen onvoldoende kunnen instromen door het feit dat
ervaren arbeidskrachten elders buiten de deur worden gezet. De voor 1992 toegezegde
beheersplannen met de daarbij behorende financiën voor een drietal wijken in Breda juichen wij
dan ook toe. Dit mag echter ook weer niet betekenen dat andere wijken aan de aandacht
ontsnappen en gerechtvaardigde verlangens niet worden gehonoreerd. Het college deelt deze
mening toch? Bij de bezuinigingen en ombuigingen wordt een zware wissel getrokken op de
reorganisatie en efficiencyverhoging van het ambtelijk apparaat. Toch moeten ambtenaren en
ook het college niet denken dat hier sprake is van een hemelbestormende organisatievernieuwing.
Het betreft gewoon een reorganisatie die bedoeld is te leiden tot een betere afstemming en de
daarvoor nodige inhoudelijke aanpassing. Het was ons al langer duidelijk dat zo'n aanpassing
niet kon uitblijven. Teveel zaken stagneerden en het politieke en bestuurlijke klimaat was er rijp
voor. De diensten dienden breder te worden samengesteld en daarvoor was een "fusiegolf"
noodzakelijk. We hopen dat de ambtenaren dat ook zelf zo voelen, want als dat niet het geval
is dan zullen we ook met alle inspanningen onze doelen niet bereiken. Wij hebben daarin
vertrouwen als het algemeen management samen met het college erin slaagt de motivatie van
de medewerkers op peil te houden en daar waar nodig "op te krikken". Want als dat niet lukt
dan moeten we ook ernstige twijfels hebben over de taakstelling van 3,4 miljoen. Kunt u ons
nu de verzekering geven dat na alle efficiencymaatregelen in de voorbijgaande jaren een dergelijke
taakstellingdaadwerkelijk kan worden gehaald? Wij kunnen dan ook instemmen met een "centrale
voorzieningen frictiekostenreorganisatie" en met de machtiging aan het college hieruit uitgaven
te doen, met de aantekening dat kwartaalsgewijs verantwoording aan de commissie POI wordt
verstrekt. Kan het college dat toezeggen? Wij begrijpen toch goed dat de verwachte ruimte van
1,079 miljoen pas mag worden ingevuld wanneer de realisatie van de bezuiniging is veilig
gesteld? Dit houdt dus in dat in 1993 en 1994 daarop qua besteding niet wordt vooruitgelopen.
Tegelijkertijd stelt u namelijk voor dit bedrag te besteden aan de oplossing van een aantal
knelpunten die de hoogste prioriteit hebben. Denkt het college dat de aard van de gehonoreerde
knelpunten dat uitstel kan verdragen? De VVD-fractie is bang dat de gestelde randvoorwaarden