24 MAART 1993 131 gebouw met een monument zijn niet op de tekeningen die voor de bouwaanvraag ter visie zijn gelegd, waargemaakt. Over de jongste wethouder, de heer Taks, valt voor ons nog op dit moment geen oordeel te geven. Tot slot moeten we constateren dat vier nieuwe wethouders aardig in de papieren loopt. Zoals het in deze periode is gebeurd met het vertrek van wethouders kan het voor onze fractie niet verder. Voor geen enkele normale functie is zo'n gunstige uitkeringsregeling van kracht als bij vertrekkende wethouders. Voor onze fractie is het niet acceptabel dat een wethouder die op eigen verzoek vertrekt aanspraak heeft op deze regeling. De regeling die landelijk geldt is: iemand die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt kan bij verordening een recht op uitkering worden verleend. De Bredase verordening echter maakt van kün een uitkering krijgen een récht op uitkering. Onze fractie is van mening dat, als in Breda een wethouder op eigen verzoek opstapt, hij geen recht op een uitkering heeft overeenkomstig het bedrijfsleven. Het argument dat je dan helemaal geen geschikte wethouders krijgt als je deze regeling gaat veranderen, snijdt naar onze mening geen hout. Met de in Breda gehanteerde, in onze ogen gouden regeling, heb je wel een groot aantal ongeschikte wethouders binnengehaald. Misluk ik dan kan ik nog altijd gebruik maken van deze regeling, lijkt er gedacht te worden. Door deze regeling te veranderen haal je natuurlijk geen betere wethouders binnen, maar je bezuinigt op een rechtvaardige wijze een fors bedrag. De VOORZITTER Even voor alle duidelijkheid, u weet wel dat het hier gewoon gaat om een wettelijke regeling, op basis van de wetgeving die betrekking heeft op politieke ambtsdragers. De heer GARRITSEN Neen, voorzitter als u goed hebt geluisterd, maar u krijgt de tekst van mij nog, de landelijke regeling is: men kan een uitkering geven, in de Bredase verordening staat, ik zal u de verordening nog aanreiken, dat iemand recht heeft op die regeling, en dat is het verschil. Nog meer bezuinigingen, het zwembadenbeleid Ter vervanging van twee zwembaden (het Sportfondsenbad en 't Ei) lezen we op pagina 9 van de Kadernota, moet er een nieuw zwembad worden gebouwd. In plaats van een bezuiniging die dit nu zou moeten opleveren treffen we in de Kadernota forse financiële claims aan. Zo moet een bedrag van 500.000,-- aan achterstallig onderhoud worden ingezet, terwijl er tevens een claim ligt om jaarlijks 1.800.000,- op tafel te leggen voor het nieuwe zwembadenbeleid. Het budget voor de zwembaden moet worden verhoogd tot 3,5 miljoen jaarlijks. Toen we spraken over het sluiten van 't Ei was het belangrijkste argument: het kost teveel. Nu we in deze Kadernota en ook aanstaande maandag het raadsvoorstel over de zwembaden behandelen blijkt dat wij met het aanvaarden van deze Kadernota en het raadsvoorstel over de zwembaden structureel een zeer fors bedrag inzetten voor het zwemmen, terwijl het vertrekpunt in deze sector was: we moeten bezuinigen. De zwembaden kosten teveelDrie kritiekpunten op de zaak willen we op tafel leggen: 1Het college heeft gefaald door veel te lang het beheer van de zwembaden over te laten aan een stichting die niet functioneerde en verzuimde tijdig maatregelen te nemen om de boeken op tafel te krijgen. Desnoods had naar onze mening de gemeente de stichting moeten ontbinden om zelf het beheer in handen te nemen. Veel te laat is de raad inzicht gegeven in de forse begrotings overschrijdingen en de situatie van het achterstallig onderhoud. Een veel te afwachtend beleid is hier naar onze mening gevoerd. 2. De planning van de bouw van een nieuw zwembad is niet gehaald. De voorstellen voor een invulling van het Van Sonsbeeckpark zijn èn veel te laat èn ze stellen inhoudelijk niets voor. Kantoren plannen rondom het NAC-stadion in het Van Sonsbeeckpark is natuurlijkeen belachelijke keuze. Los van de inzakkende kantorenmarkt plan je natuurlijk op zo'n locatie geen kantoren. Aan de Tramsingel en bij het station Haagse Beemden liggen nog voldoende locaties die qua automobiliteit wel voldoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 131