24 MAART 1993 134 feiten geplaatst. Dan komen er voorstellen van het college die te laat en te slecht zijn voorbereid en die dan iedere steun van de bevolking ontberen. Deze er dan ten koste van alles doordrukken is niet alleen onverantwoord maar het plaatst de politiek ook in een volstrekt geïsoleerde positie, waar de bevolking zich van afkeert. Het is tijd om dit te veranderen en dat de raad dit naar onze mening onder ogen ziet. Twee moties heb ik aangekondigd, één over de zwembadlocatie van het Van Sonsbeeckpark, de tweede betreft het geen hoger beroep instellen ten aanzien van de golflocatie. De door de heer Garritsen ingediende moties luiden als volgt. MOTIE (2) Ondergetekenden, N. Garritsen, F. Maas en W. Schroder, leden van de raad van de gemeente Breda; gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor om te besluiten als volgt: De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 24 en 25 maart 1993, behandelend de Kadernota 1994; is van mening dat: het besluit van de gemeenteraad om een nieuw zwembad niet op de locatie Van Sonsbeeckpark te bouwen heroverwogen dient te worden mede omdat de voorgestelde locatie op het Chasséterrein zeer problematisch is; stelt vast dat: in het Van Sonsbeeckpark het zwemmen en het voetballen tientallen jaren zonder problemen samen is kunnen gaan; verzoekt het college: om de locatie Van Sonsbeeckpark als een mogelijke locatie voor een nieuw te bouwen zwembad eveneens nader te onderzoeken en de gemeenteraad hierover te rapporteren. MOTIE (3) Ondergetekenden, N. Garritsen, F. Maas en W. Schroder, leden van de raad van de gemeente Breda; gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor om te besluiten als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 134