24 MAART 1993
135
De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 24 en 25 maart 1993, behandelend
de Kadernota 1994;
stelt vast dat:
de Provincie niet akkoord is gegaan met opneming in het bestemmingsplan Buitengebied van
de mogelijkheid om middels een wijzigingsprocedure een 18-holes golfbaan in 't Hout aan te
leggen;
verzoekt het college:
om geen beroep aan te tekenen tegen de weigering van de Provincie om deze 18-holes golfbaan
in het bestemmingsplan op te nemen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
U ontslaat ons nog niet eens, dat valt weer mee. Mag ik de moties van u? Door de fractie van
Groen Links zijn een tweetal moties ingediend. Ik stel vast dat de moties zijn ondertekend door
een voldoende aantal leden. De moties zullen worden vermenigvuldigd, rondgedeeld en maken
onderdeel uit van de beraadslagingen.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
BEANTWOORDING COLLEGE
De VOORZITTER
Allereerst dank ik u namens het college voor de complimenten die zijn gemaakt over het feit
dat deze Kadernota ook de mogelijkheid bevat om wat meer met elkaar over de prioriteiten in
het beleid te spreken. De wethouder van Financiën zal, als eerst verantwoordelijke voor de
Kadernota, nog nader daarop ingaan. In ieder geval hebben wij als college ook gepoogd om
tegemoet te komen aan dat wat uw raad naar voren heeft gebracht bij de vorige behandeling om
deze discussie over financiële zaken ook tegelijkertijd aan te grijpen om over een aantal
beleidszaken met elkaar van gedachten te wisselen. We denken inderdaad met u dat dat een goede
eerste opzet is geweest, maar we geloven ook dat er in de toekomst zeker nog sprake zal kunnen
zijn van verbetering en dat het debat daarbij nog aan inhoud en aan kwaliteit zal kunnen gaan
winnen. Mij is een aantal vragen gesteld dat betrekking heeft op de bestuurlijke reorganisatie.
Ik zou daarover in het kort de volgende opmerkingen willen maken. Daar waar door een aantal
fracties is gesproken over samenvoeging van Stads- en Streekgewest, verwachten wij als college
dat het college van Gedeputeerde Staten een dezer weken de beslissing zal nemen om Stads- en
Streekgewesten samen te voegen. We hebben met u kunnen vaststellen dat er in Den Bosch sinds
kort enige aarzeling bestaat over de vraag of die samenvoeging gewenst is, de fractie van D66
heeft daaraan ook gerefereerd. Wij kunnen ons niet voorstellen na alle informele en formele
uitingen die er op dat punt van de zijde van de Provincie zijn gekomen, dat men alsnog zou
terugkomen op de fusie van Stads- en Streekgewest zoals die gewenst is. In ieder geval hebben
we de dagelijkse besturen van Stads- en Streekgewest, nog eens een keer verenigd in het bestuur
lijk overleg West-Brabant, vorige week aan de Provincie nog eens nadrukkelijk laten weten dat
zij de samenvoegingen van harte wensen. Dat komt trouwens ook overeen met het standpunt