24 MAART 1993 136 zoals werknemers en werkgevers dat een jaar geleden hebben ingenomen in het sociaal economisch overlegorgaan Brabant. De vraag is natuurlijk en die is met name ook door de fracties van CDA en D66 gesteld, hoe dat zich verhoudt tot het punt van de democratische legitimiteit. We moeten vaststellen dat de samenvoeging van Streek- en Stadsgewest nog zal plaatsvinden op basis van de huidige Wet Gemeenschappelijke Regelingen en dat betekent: met alle mankementen die kleven aan die Wet Gemeenschappelijke Regelingen. We hebben daarover in de commissie Algemene Zaken al eens een aantal keren van gedachten mogen wisselen. Het ideaal standpunt van het Bredase college van burgemeester en wethouders is uiteindelijk dat een en ander zal moeten leiden tot een rechtstreeks gekozen bestuur, dus op West-Brabants niveau. Dat vinden wij de juiste manier van democratische legitimatie, alleen moeten wij vaststellen dat BoN-III in dat opzicht weliswaar geen wegen afsluit, maar in ieder geval die doelstelling ook niet dichterbij brengt. Wij zijn dus met u in afwachting van wat de Tweede Kamer uiteindelijk over BoN-III aan het kabinet zal laten weten en we hopen in ieder geval dat de regio's die niet tot de 7 uitverkorenen behoren, toch in dat hele proces van bestuurlijk reorganisatie in ons land genoeg mogelijkheden zullen krijgen om hun eigen vorm te kiezen. De kern van BoN-I en BoN-II is destijds geweest differentiatie, laat samenwerkingsinitiatieven van onderop komen. Het komt nu van onderop in West-Brabant en dan zou het ook juist zijn dat wij onze eigen vorm uiteindelijk zoveel mogelijk mogen bepalen, overigens ook met de overdracht van provinciale taken aan dat regionale niveau omdat het ons nu toch gaat om een situatie waarin een aantal taken gezamenlijk wordt gedaan. Door de fracties van PvdA, VVD en D66 is gesproken zowel over de posities van de versterking van de centrumgemeente als over het trendrapport. Ik denk dat het college heel kort gesproken de mening onderschrijft die de fracties aan de orde hebben gesteld dat dit trendrapport alleen maar tot de conclusie leidt dat de gemeentelijke herindeling dringender dan ooit noodzakelijk is, als althans een van de centrale steden in West-Brabant ook een belangrijke rol wil vervullen bij het opvangen van de overloop uit het westen van het land. Het college van burgemeester en wethouders heeft dus ook vorige week aan de Provincie laten weten dat wij vinden dat het in ieder geval gezien de uitkomst van het trendrapport ook zou moeten leiden tot een steviger beleid van de zijde van de Provincie als het gaat om het hele vraagstuk van de gemeentelijke herindeling. Het is voor mij buitengewoon verleidelijk om in te gaan op de discussie zoals de fracties van CDA en VVD die hebben gestart over het respecteren van een democratisch genomen besluit, daarover is uiter aard een lange verhandeling te houden. Ik denk dat dat een discussie is waarover niet zo zeer van de zijde van het college een reactie verwacht mag worden maar waar wij vooral u als fractievoorzitters het primaat willen geven van de discussie. Niet dat wij daarover geen mening hebben. Wij gaan ervan uit dat het betreffende de besluiten zoals die worden genomen door de raad aan het college is om de besluiten uit te voeren, en wij doen dat het liefst ook op zo'n voorspoedig mogelijke wijze, maar uiteraard is de politieke discussie die daaraan zit gekoppeld vooral een discussie die in deze raad moet plaatsvinden. Ik kom dan tot een aantal opmerkingen die de vier grote fracties hebben gemaakt over het besturen op hoofdlijnen en meer mogelijkheden voor besturen op hoofdlijnen. Ik moet u zeggen dat het verhaal zoals de fractie van D66 dat heeft gehouden door het college volledig kan worden onderschreven. Ik denk dat de fractie van D66 eigenlijk precies heeft aangegeven wat wij vinden als college van het besturen op hoofdlijnen en de manier waarop je dat ook met elkaar zou moeten aanpakken. De vier doelstellingen zoals die ook door de heer De Leeuw naarvoren zijn gebracht zijn ook de doelstellingen zoals het college die zich heeft voorgesteld èn bij de ambtelijke reorganisatie èn ook bij de discussie over bestuur lijke vernieuwing. We kunnen ons dus daarin kort samengevat buitengewoon goed vinden. Overigens zijn het ook de fracties van CDA en VVD die pleiten voor dat debat op hoofdlijnen en voor het mogelijk maken. We hebben in dat kader heel recent in het fractievoorzittersoverleg een notitie aan de orde gehad die dat debat op hoofdlijnen verder moet bevorderen. Wij denken dat straks bij de nieuwe collegeonderhandelingen u als politieke partij met elkaar nog nadere afspraken erover zal moeten maken ook aan het begin van een nieuwe collegeperiode. Maar we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 136