24 MAART 1993 145
van de VVD geloof ik maar ik heb niet letterlijk gevolgd wat wel en niet is gezegd: ik denk dat
we moeten constateren dat met name in de sport erg veel verantwoordelijkheid wordt genomen
door het particulier initiatief. Wij onderkennen vreselijk veel vrijwilligerswerk in de sport en
daarbij wordt men slechts geholpen door, niet marginaal maar toch in een belangrijke mate, het
service-instituut namelijk het sportbureau. Een belangrijke factor is dus de particuliere inbreng
in het geheel. Daarnaast moeten we constateren dat er bij diverse complexen een toenemend aantal
voorbeelden is van het ook opnemen van het gebruik van de accommodaties. We kunnen denken
aan de Brevokhal, we kunnen denken aan de jeu-de-boules-hal zoals die is neergezet. Dan hebben
we nog bij de hockeyvereniging kunstgrasvelden die men zelf mede tot verantwoordelijkheid
heeft gemaakt. Kortom, er zijn initiatieven binnen de sport die dat private belang nadrukkelijk
naar boven halen en daarnaast moeten we constateren dat het beheer van de verschillende
accommodaties nadrukkelijk in beeld is bij de wat grotere verenigingen, want u begrijpt er is
natuurlijk ook de draagkracht om dat beheer over te dragen maar in ieder geval wordt daar
nadrukkelijk overlegd over de overname van het beheer, maar wel onder de verantwoordelijkheid
dat het beheer dan ook op lange termijn is gewaarborgd. Daarover zijn onderhandelingen gaande
en op het moment dat deze ergens toe leiden zullen we dat uiteraard in de commissie aan de orde
stellen. Dan de motie van Groen Links. De heer Garritsen was bij de commissievergadering
aanwezig, of hij bij de commissie Grondbedrijf zat weet ik niet. Wij hebben nadrukkelijk
aangegeven dat de locatie Chasséterrein het uitgangspunt was voor het college. Er is ook
nadrukkelijk aangegeven, mocht het moment daar zijn dat we binnen de periode dat we de eerste
paal de grond in willen slaan (maar ik heb laatst begrepen dat het moest zijn: de eerste
bouwhandeling verrichten, want het hoeft geen paal te zijn, maar laten we er maar even van
uitgaan, dat de eerste paal de grond ingaat) dat dan als dat erin past andere locaties eventueel
in beeld zouden zijn maar die moeten dan wel gunstig gelegen zijn ten aanzien van de bereik
baarheid en dergelijke. Daarbij is nadrukkelijk aangegeven dat de locatie Van Sonsbeeckpark
aan de orde kün zijn. Daarbij is ook nadrukkelijk aangegeven dat de locatie alleen aan snee kan
zijn als de bijvelden van NAC beschikbaar komen en als wordt voldaan aan datgene wat wij met
z'n allen hebben geconstateerd rond de uitkomsten van het rapport Kolpron en ik zou daarnaar
willen verwijzen. Deze motie lijkt mij dan ook volstrekt overbodig in dit kader.
Wethouder KOEKKOEK
Bijna alle fracties hebben gesproken over het parkeerbeleid oftewel het mobiliteitsbeleid. Het
terugdringen van de groei van de automobiliteit is nodig met behulp van een integrale aanpak.
Breda heeft daartoe in december 1991 de eigen nota Structuurschema Verkeer en Vervoer
opgesteld. En via een viertal lijnen wordt gepoogd daaraan vorm te geven. Daar gaat het over
parkeren, een sturend autobeleid, een stimulerend fietsbeleid en een versterking van het openbaar
vervoer. Ik loop ze met u langs en pak dan meteen al de gestelde vragen mee naar ik hoop. Ten
aanzien van het parkeren heeft het college aan uw raad voorgesteld twee scenario's te laten
uitwerken. Een scenario waarbij er nog 500 nieuwe parkeerplaatsen in Breda bijkomen tot 2007
of een scenario waarbij er nog 1500 parkeerplaatsen bij kunnen komen. Ik heb u toen al in de
raadsdiscussie gezegd: het hoeven niet nieuwe fysieke parkeerplaatsen te zijn maar ook door een
beter gebruik van de huidige parkeerplaatsen die nu "vol" zijn bij 80% bezetting. Misschien kun
je dit opvoeren tot een 90% bezetting en dan kun je die plaatsen op die manier ook hanteren.
Het werkdocument dat inzicht moet geven in plaatsen, kwaliteit van het parkeren, de kwantiteit
van het parkeren, de prijs van het parkeren moet eind april gereed zijn zodat het college in mei
daarover een eerste discussie kan voeren en te zijner tijd naar u kan terugkoppelen. Op het moment
dat er een keuze kan worden gemaakt kan de volgende stap worden gezet in de richting van één,
twee of misschien wel meer parkeervoorzieningen, maar dit is de eerste stap. Dat is ten aanzien
van het parkeren. Ten aanzien van het sturend autobeleid heeft uw raad de nota Hoofdwegenstruc
tuur vastgesteld met als essentie dat je het autoverkeer wilt concentreren op een aantal wegen