24 MAART 1993
159
De VOORZITTER
U moet niet zeuren, u heeft in uw inleiding gezegd: er is maar 250.000,-- binnengekomen van
de ESSO en verder bent u kennelijk als college niet in staat om geld binnen te halen. De reële
situatie is dat we hier bijna 4 miljoen hebben binnengehaald en dat die contracten er liggen.
Dat is de reële situatie, daar moet u dan vervolgens vanuit gaan.
De heer GARRITSEN
Neen, die contracten liggen er, die hebben we gezien, maar er is er nog niet een getekend, heb
ik begrepen.
De VOORZITTER
Er is een aantal intentieverklaringen anderhalfjaar geleden getekend, daar had u bij kunnen zijn
als raadslid. Ik wil graag met u discussiëren maar dan wel graag op niveau en niet over dit soort
flauwe kul.
De heer GARRITSEN
Ik wil graag die getekende dan zien en wat ze voor verplichtingen hebben. Dat geeft meer
duidelijkheid als we er mee beginnen.
Wethouder VAN FESSEM
Wij staan voor het overige te trappelen om verder gelden binnen te halen. Dat hangt nog even
af van de concrete folders en tekeningen die we kunnen maken. U weet dat de architect en A.G.S.
als beesten aan het tekenen zijn om dat allemaal op tijd binnen te krijgen en besteksgereed te
krijgen, ook vanwege het Bouwbesluit moet dat kennelijk van tevoren. Bovendien is het prettiger
om van tevoren alle tekeningen te hebben in plaats van tijdens de bouw. De heer De Leeuw geeft
mij een sein dat ik op moet schieten, hij heeft gelijk, dat doet hij in de commissie ook altijd.
Dat helpt ook niet trouwens. Voorzitter dat was het.
Wethouder TAKS
Door alle fractievoorzitters is een opmerking gemaakt over de ambtelijke reorganisatie en het
ligt uiteraard voor de hand dat dat zou gebeuren. Mevrouw Van Beusekom en de heer Dubbelman
hebben natuurlijk volkomen gelijk als ze constateren dat de lopende reorganisatie in elk geval
reeds in 1994 ruim 3,4 miljoen moet opleveren. In hun woorden klonk enige twijfel door omtrent
de haalbaarheid van dat bedrag. Het is inderdaad zo dat in het verleden al diverse efficiencymaatre
gelen zijn doorgevoerd in de loop van de jaren. Toch is het college van mening dat het een rea
listisch en een haalbaar bedrag is, temeer omdat dat bedrag niet van boven is opgelegd door het
college als taakstelling maar zelf is aangedragen door de beoogde algemeen directeuren van de
sectoren. Voor de directeuren is de door hen zelf gekozen taakstelling uiteraard het uitgangspunt
bij het opstellen van de organisatie- en functiestructuur en de formatie voor de nieuwe diensten.
Bovendien is het college van opvatting dat het in beginsel ook kan worden gerealiseerd zonder
gedwongen ontslagen omdat het sociaal statuut waarover met de vakorganisatie overeenstemming
is bereikt voldoende mogelijkheden biedt het personeel flexibel te herplaatsen. In dat opzicht
maakt het geen enkel verschil naar onze mening of wordt gewerkt op basis van een geen
gedwongen ontslaggarantie of vanuit een maximale inspanningsverplichting om ontslagen te
vermijden. De afgegeven garantie heeft geen gevolg voor de haalbaarheid van de genoemde
taakstelling. De heer De Leeuw heeft uiteraard volkomen gelijk met zijn opmerking dat het reorga
nisatieproces alleen succesvol kan verlopen als daarvoor voldoende draagvlak bij het personeel
aanwezig is. Dat was ook een belangrijke overweging voor het college om tegemoet te komen
aan de wensen van de vakorganisaties om een geen-ontslaggarantie af te geven. Het spraakgebruik
is: ontslaggarantie, zo spreken we er met elkaar over en dan weten we wat we bedoelen. In dit