25 MAART 1993
164
ga van de woordvoerders van het college die geantwoord hebben op de algemene beschouwingen
in het algemeen en die van ons in het bijzonder, kan ik u zeggen dat wij instemmen met de
beantwoording met name van de voorzitter van het college met betrekking tot het Stadsgewest
en de democratische controle die zo gewenst is bij de gemeenschappelijke regelingen in het
algemeen en het Stadsgewest in het bijzonder, dus daarover kan ik buitengewoon kort zijn. Een
tweede opmerking en dat zit ons in dezen nogal hoog, betreft de betrokkenheid van de raad c.q.
de commissie Algemene Zaken bij de conceptie van een strategische beleidsnota voor de komende
jaren. Op zich denk ik dat wij als fractie hiermee wel kunnen leven als u namens het college
ons toch in die zin wat tegemoet komt dat we elkaar erin kunnen vinden dat een strategische
beleidsnota wordt aangeboden volgens de procedure zoals het college zich die voorstelt, maar
in die zin dat er toch een marginale beleidstoets plaatsvindt op datgene wat wordt aangeboden
aan de nieuwe raad, die marginale beleidstoets geschiedt dan door het college maar daarbij wordt
dan minimaal in besprekende zin de commissie Algemene Zaken optimaal betrokken. Dan denk
ik dat wij het wat dat betreft ook hierbij kunnen laten voor zover het onze opmerking betreft
op de reactie van de voorzitter. Vervolgens kwam de piepjonge loco-burgemeester aan het woord.
Piepjong, ik laat het aan u over in welke zin. Ik moet u zeggen dat in onze beleving dat mede
optreden van de nieuwe loco erg goed gevallen is. Ik wil wel namens onze CDA-fractie sprekend,
maar ik denk ook namens de collega-indieners van de motie, toch wel klip en klaar nog even
de toezegging dat die motie hem zodanig heeft aangesproken dat over de uitvoering daarvan wij
ons geen zorgen hoeven te maken en dat zou betekenen dat wij ultra kort kunnen zijn en onze
motie verder kunnen intrekken, gezien het feit dat zij met deze toezegging overbodig is geworden.
Uiteraard betreft het dus de besteding van de 100.000,-- voor de gehandicaptenbereikbaarheid
waarin nadrukkelijk de termijn vóór de zomervakantie is genoemd. U voelt wel dat dat een
toezegging is, heel concreet met een tijdsbepaling, die ons erg aanspreekt. Wat dat betreft alle
waardering hiervoor. Daarna kwam wethouder De Bruijn aan het woord en ook wat dat betreft
is onze toonzetting in majeur voor wat betreft zijn opmerking over de Grote Kerk. Misschien
moeten we wel eventueel vermoeden dat de start wellicht wat aarzelend was, maar slowstarters
zijn vaak wat maratontermen betreft de beste mensen die uiteindelijk bij de meet toch het best
hebben gepresteerd en wethouder De Bruijn heeft ons nadrukkelijk heel duidelijk gemaakt dat
er heel hard wordt gewerkt in de raad om de Grote Kerk een zodanig aanzien te geven met behulp
van gemeenschapsgelden zodat we er alle vertrouwen in hebben dat dat goed gaat. Wat betreft
de WAM, het zijn allemaal wat nieuwe technische termen, moet ik u zeggen dat ook onze fractie
daarmee kan instemmen in die zin dat wij wel herinneren aan een eerder gedane toezegging, dat
inhoudelijk bij het monumentenbeleid de commissie Cultuur volwaardig wordt betrokken. Wat
dat betreft kunnen wij het daar dan ook bij laten, als de wethouder nog even wil constateren dat
wij het goed hebben begrepen. Vervolgens kwam de heer Koekkoek, de wethouder voor
ruimtelijke ordening, aan het woord. Op zich een evenwichtig, wat bestuurlijk verhaal, maar
waarbij soms wat onvoldoende wellicht tot uiting is gekomen een concreet antwoord op de
vraagstelling en laat ik mij gemakshalve beperken tot een hele concrete vraag. In onze algemene
beschouwingen hebben wij heel nadrukkelijk een pleidooi gehouden voor een beleid dat er toe
leidt dat er op het moment dat de nieuwe schouwburg, in beeldende termen geschetst, door de
cultuurwethouder wordt geopend, voldoende parkeervoorzieningen beschikbaar zijn in de directe
omgeving. Ik denk dat de heer Koekkoek ook wel bedoelde dat toe te zeggen, maar als hij die
bedoeling nu even heel concreet kan maken, dan kunnen wij wat dat betreft van dat onderwerp
overgaan op de volgende wethouder. Dat betreft de nieuwe wethouder van financiën. Ik ben
overigens vergeten het college te complimenteren voor deze kadernota, en daarbij in het bijzonder
de nieuwe financiële wethouder te bedanken met zijn ambtenaren, dus die omissie maak ik nu
bij dezen goed. Wij hebben ook wat dat betreft toch weer even behoefte aan een wat concretere
vormgeving van een soort inspanningsverplichting. Wij vragen wel dat met name na het jaar
1994, maar dat betekent toch ook een zekere inspanning van dit zittend college, wordt geprobeerd