25 MAART 1993 167
gedaan. Ik zou het nog wat willen concretiseren. Ik pleit ervoor dat zo snel mogelijk, want de
tijd dringt, ik heb begrepen dat er toch een beetje een patstelling is, dat de Begemanngroep wel
positief staat ten opzichte van de petitie maar dat de banken nog een aantal extra eisen stellen
en dan zou het best kunnen zijn dat een persoonlijk onderhoud van zowel de portefeuillehouder
als de voorzitter van deze raad, van de voorzitter van het college die toch zijn betrokkenheid
heeft getoond bij het bedrijfsleven in het algemeen en daar zeker een meerwaarde in kan beteken,
zowel de voorzitter van het college als de portefeuillehouder hun inzet plegen om te zorgen dat
deze metaalsector behouden blijft voor Breda.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
In eerste termijn heeft de VVD-fractie onomwonden gesteld dat met deze kadernota een goede
koers wordt ingezet. De mededeling van de wethouder financiën dat de 16 miljoen reeds een
zware opgave is, juist omdat daarin ook delen van de TuBa-operatie en het financiële gat van
1992 zijn opgenomen, is een begrijpelijke mededeling. Dit sterkt de VVD-fractie in de mening
dat eerder van een bezuinigingsplafond is uitgegaan dan wat feitelijk nodig zou moeten zijn. Wij
zijn het verder met de wethouder eens dat hij bij blijkende tegenvallers het ambitieniveau zal
bijstellen. Wij voelen min of meer op onze klompen aan dat het ambitieniveau zoals geëtaleerd
in de kadernota en de 16 miljoen ombuigingen elkaar niet dekken gezien de vele ongewisheden
in subsidieverwachtingen, P.P.P.-constructies en dergelijke. En daarmee lopen we het gevaar
dat we elk jaar bij de kadernota over bezuinigingen en ombuigingen moeten praten. Dat lijkt
ons nietgoed, er moet namelijk meer gebeuren in deze stad. Discussies rond bezuinigingen vergen
zoveel tijd dat mogelijk andere zaken in de versukkeling kunnen raken. Nu een heldere financiële
taakstelling neerzetten en daaraan gaan werken voor de komende 3 h 4 jaar en zelfs langer is
effectiever dan elk jaar tot de conclusie moeten komen dat het niet genoeg was. Wij zijn het met
de wethouder eens dat dat wat extern op ons afkomt moeilijk is in te schatten, daar gaat het ons
ook niet om, maar: wat willen we en wat is daar voor nodig? Dan is de huidige operatie zwaar
maar kan die misschien nog zwaarder. De politiek is rijp voor andere koersen: andere
criminaliteitsaanpak, meer politie, meer investeren en meer werkgelegenheid. Wij zien het aan
de PvdA-fractie in deze raad. Ze neemt loyaal het VVD-item over van: "desnoods meer gemeente
geld in de politie om de buurtcriminaliteit te reduceren". De politiek is het landsbreed erover
eens dat de overheidsuitgaven in de vorm van subsidies en dergelijke terug moeten, dat er meer
moet worden geïnvesteerd ter w il le van meer werkgelegenheid en een beter mil ieuDaarom zouden
wij een hogere ombuigingstaakstelling niet hebben afgewezen als daar tegenover meer
investeringen hadden gestaan in verbetering van de infrastructuur, meer veiligheid en een beter
milieu. Overigens kunnen wij het met de burgemeester voorshands eens zijn dat in het kader
van de politiesterkte het Rijk de eerst aangesprokene dient te zijn. Het kan natuurlijk ook niet
zo zijn dat herverdeling van politiesterkte automatisch moet worden gevolgd door een herverdeling
van gemeentelijke budgetten. Wij vinden het niet zo zinvol om de discussie over besturen op
hoofdlijnen nu verder uit te diepen. De raad verstaat heel goed wat hij daarmee wil en hoever
hij daarmee wenst te gaan. Het zal ook in belangrijke mate afhangen van hoe het ambtelijk
apparaat en het college reageren op verzoeken en signalen van de burgers. Als dat goed verloopt
zullen raadsleden en commissies minder door individuele verzoeken of door groeperingen, die
gehoord willen worden, worden aangesproken. Desondanks zijn raadsleden ervoor om door
burgers te worden aangesproken en daarmee moet ook iets worden gedaan. De rest van de
raadsperiode en de volgende raadsperiode zullen sterk in het teken staan van bestuurlijke
veranderingen, zowel op gemeentelijk als op gewestelijk niveau. De hele raad is voor wat betreft
de wenselijkheid daarvan eenduidig in zijn standpunt naar ik constateer. De tijd om daarover
bespiegelingen te houden is zo langzamerhand wel voorbij. Het zal om concrete daden moeten
gaan en dan kijken waar partijen (gemeente en ook provincie) dan staan. De kadernota houdt
naast reorganisatie-opbrengsten ook sterk rekening met het sneller in exploitatie brengen van