25 MAART 1993 176 niets aan, we kopen er niets voor, maar het rare is dat de heer Garritsen dan tegelijkertijd zegt (een waarschuwend vingertje omhoog): maar we zijn er niet voor dat er een blik agenten wordt opengetrokken. Maar ik moet u zeggen, dat ik er onderhand wel voor ben, wat mij betreft tien blikken agenten, want hoe je het ook wendt of keert, uiteraard is het zo dat er ook bij de politie sprake kan zijn van een efficiency-verbetering, ook bij de politie kan een aantal zaken altijd beter gebeuren. Wij moeten met elkaar vaststellen, als je kijkt naar het landelijke beeld, dat er gewoon in dit land te weinig politiemannen en -vrouwen zijn. En dat betekent dat in dat opzicht er dus wel degelijk sprake zou moeten zijn van uitbreiding van de totale hoeveelheid politie. Wij stellen overigens ook vast dat alle partijen in de Tweede Kamer dat zeggen, behalve dan de fractie van Groen Links die overigens ook met enige nuances daar in sommige secties ook wel vindt dat er politie bij moet komen, maar mijn probleem is en dat heb ik u gisteren ook geprobeerd uit te leggen, dat de consequenties niet worden getrokken, namelijk dat men dan ook tegelijkertijd aangeeft hoe dat moet worden gefinancierd. Dat is dus het grote probleem. Overigens, als het gaat om de wijkteampolitie in Breda, wij hebben in de commissie Algemene Zaken met elkaar de evaluatie besproken op basis van het onderzoek dat het bureau S&O van de gemeente heeft gehouden over het functioneren van de wijkpolitie en dat heeft aangetoond dat de mensen daar in de wijken en wij hebben nulmetingen gehad en een meting nu, aanzienlijk meer tevreden zijn over de manier waarop de politie inspeelt op klachten, met andere woorden, ik bestrijd, ik hoef het trouwens niet te bestrijden, ik ben het eens met de bevolking van Breda, in tegenstelling tot de heer Garritsen, dat het functioneren van de wijkteampolitie heeft geleid tot een vergroting van de politiezorg in een aantal wijken in Breda op basis van het onderzoek. Overigens zeg ik erbij dat het nog steeds niet wegneemt dat in mijn ogen de totale capaciteit aan politiemankracht die wij hier ter beschikking hebben in Breda te gering is. Dan terugkomend op de reorganisatie, waarover de heer Garritsen zegt: daar hebben wij weinig aan gehad. De samenvoeging van Rijks- en gemeentepolitie is vooral ook ingegeven door de behoefte bij de centrale overheid om meer capaciteit vrij te maken voor met name de zware criminaliteit. En dan kom ik weer bij de heer De Leeuw terecht. Meer aandacht dus voor de zware criminaliteit. Tegelijkertijd ook veel politieke discussies over de veel voorkomende en dat is over het algemeen lichte criminaliteit, als je het zo mag betitelen. Dat betekent dus inderdaad dat er soms een spanningsveld kan zijn voor al die zaken die zich in dat terrein bewegen en dat ligt allemaal weer op het bordje van de politie en daarom blijf ik ook bij mijn conclusie van gisteravond die u trouwens ook in grote mate onderschrijft, dat uiteindelijk een belangrijk deel van de oplossing voor deze problemen ligt bij het vergroten van het aantal politiemensen, vrouwen en mannen. Nog even voortbordurend op de suggestie van mevrouw Heerkens die gisteravond de vraag stelde: is het moment niet aangebroken dat de gemeente zelf extra capaciteit moet vrij maken, wat sommige steden ook doen, die budgettair bedragen ter beschikking stellen om de politiemankracht uit te breiden. Wij hebben dat gedaan via reservepolitie, maar er zijn steden die al lang reservepolitie hebben en toch extra politiecontrole mogelijk maken. Dat is natuurlijk een puur politieke discussie. De vraag is dan of je als gemeente bereid bent om daarvoor extra geld ter beschikking te stellen. Dat is een vraag waarvan ik vind dat die door de politiek moet worden beantwoord. Op dit moment ziet het college uiteraard op deze korte termijn daarvoor geen mogelijkheden. Ik denk dat dat straks bij de college-onderhandelingen dan maar aan de orde moet komen. Overigens betekent dat dan in het toekomstige kader van de regionale politie dat we dan toch een hele lastige discussie krijgen met de beheerder. De beheerder zit zoals u weet al sinds enige tijd in Tilburg. Per 1 januari volgend jaar gaat het beheer helemaal over, dat betekent bij al die kwesties dat we bijvoorbeeld wel zelf extra geld ter beschikking kunnen stellen maar dat we dan ook heel goed moeten praten met de beheerder, zoals we dat bij de reservepol itie wel gaan doen in een vorm van een convenant, of die extra mankracht dan ook daadwerkelijk hier ten goede komt en of je daarmee niet capaciteit vrij maakt voor de zware criminaliteit, waarbij dan weer mensen ergens anders worden ingezet. Dus dat is een heel lastige kwestie. Daarom zal het u duidelijk zijn dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 176