25 MAART 1993 177 ik buitengewoon ontevreden ben over de behandeling van de Politiewet, deze week in de Tweede Kamer, want ondanks alle grote verhalen die iedereen heeft gehouden, is aan de invloed van de gemeenteraad en ook aan de invloed van de korpsbeheerder maar heel weinig veranderd bij de behandeling van dit wetsontwerp. Er zijn wat moties ingediend, maar ik denk datje toch vooral met amendementen moet werken en ik moet nog zien dat wij straks inderdaad met elkaar dezelfde discussie kunnen hebben als die we nu kunnen hebben, waarbij we het totale financiële plaatje zelf in de hand hebben. Over Heuvel heb ik u geantwoord, daarover hebben wij vanmiddag met de politie gesproken, daar wordt naar gekeken. Maar in die brief over de Heuvel van al die organisaties, overigens zijn dat brieven van de politie aan zichzelf en ook van de gemeente aan zichzelf omdat ook een aantal gemeentelijke instanties die brief hebben mede-ondertekend dus wij schrijven brieven aan ons zelf, in dat kader staat centraal het capaciteitsvraagstuk, namelijk meer politie. In dat opzicht moet ik duidelijk zijn, de sterkte van de Bredase politie wordt landelijk toegewezen, wordt straks regionaal bepaald en wij hebben daarop dus als Breda 1/59 invloed straks bij de opstelling van het totale regionale beleidsplan. Daar geldt "one man one vote" en dat betekent dat de burgemeester van elke willekeurige gemeente in dit gebied een even grote stem heeft als de burgemeester van bijvoorbeeld, om eens een buitenplaats te noemen, Oosterhout. Mevrouw HEERKENS Voorzitter, ter interruptie. Ik onderschrijf volledig uw verhaal maar nu heb ik goed begrepen dat juist die bijzondere concrete situatie al uw aandacht heeft en dat de politie ook werkelijk daarnaar gaat kijken, want het zijn echt bedreigende situaties. Het kan niet blijven bij dit algemeen verhaal, daaraan moet gewoon wat worden gedaan. De VOORZITTER Ja, daarover heb ik uiteraard vanmiddag ook met de hoofdcommissaris gesproken, die brief heb ik vorige week gekregen en die heb ik onmiddellijk doorgedaan naar de politie en daarop zal de politie ook op korte termijn terugkomen, want op zich onderschrijven wij ook de nood die dat team daar zelf aan de orde stelt, maar dat team zit natuurlijk ook in dat opzicht met de gebakken peren van het landelijk beleid en die peren worden helaas niet in Breda klaargemaakt, niet verbouwd en ook niet gebakken. Dan een enkel woord nog in de richting van de heer Garritsen. Ik stel vast dat we het in feite met elkaar eens zijn over wat het paradijs moet zijn, het Groen Linkse paradijs van de zijde van de heer Garritsen en het paradijs in de ogen van het college als het gaat om West-Brabant. U zegt dus ook dat een samenvoeging van Stads- en Streekgewest op zich goed kan zijn als het maar rechtstreeks gekozen is. In feite is dat precies het standpunt van het college alleen zijn wij bereid om enige tijd in het vagevuur van de W.G.R. door te brengen en u wenst rechtstreeks toe te treden tot het paradijs en dat is maar weinigen in dit aardse bestaan gegeven en ik weet ook niet of de heer Garritsen bij uitstek daarvoor in aanmerking komt. Kortom, wij zijn het denk ik ten principale met elkaar eens, alleen wij accepteren dus maar dat wij enige tijd op een gebrekkige manier moeten gaan werken, maar de doelstellingen onderschrijven wij met elkaar. Wethouder VAN RAAK Kort, zoals u ook zichzelf voorgenomen had. De VOORZITTER Hij wordt al een beetje opstandig. Wethouder VAN RAAK In de richting van het CDA: dank voor de waarderende woorden, daaraan heb ik weinig toe te voegen. Ik denk dat het inderdaad terecht is dat de heer Dubbelman constateert dat de motie is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 177