25 MAART 1993
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Voorzitter, het is een interruptie die nodig is.
De VOORZITTER.
Laat even mijnheer Koekkoek uitpraten.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Maar dan is hij er dadelijk weer overheen.
De VOORZITTER.
Ik begrijp wat u wilt zeggen, ik weet trouwens niet of ik het begrijp.
Wethouder KOEKKOEK.
Ik begrijp het niet.
De VOORZITTER.
Maar in ieder geval was de heer Koekkoek bezig uw interruptie te beantwoorden, dan krijgt u
weer het woord. De heer Koekkoek had en houdt het woord.
Wethouder KOEKKOEK
Het gaat om een bereikbare en leefbare binnenstad, dat is het uitgangspunt van deze raad bij het
hele verkeers- en vervoerbeleid. Ik heb gisterenavond nog eens uiteengezet datje dan minstens
aan vier parallelle activiteitensoorten moet denken, ik heb dat nog uitgelegd en daarop kom ik
nu niet meer terug. Een onderdeel daarvan is het hele parkeerbeleid. Ten aanzien van het hele
parkeerbeleid heeft u zelf gezegd: oké we gaan twee scenario's onderzoeken. Dan moet u mij
niet kwalijk nemen dat ik dat zorgvuldig laat onderzoeken, dan moet u mij niet kwalijk nemen
dat ik probeer dat binnen drie maanden te realiseren, dan moet u mij niet kwalijk nemen dat ik
in mei probeer de discussie aan te zwengelen over die scenario's, dan moet u het wellicht uzelf
kwalijk nemen dat u daarmee akkoord bent gegaan.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Even ter interruptie. De heer Koekkoek spreekt over een bereikbare binnenstad. Dat is duidelijk
en dat begrijpen wij ook uitermate goed. De vraag die het CDA heel nadrukkelijk heeft gesteld,
is: wanneer die Schouwburg straks klaar is dan willen wij dat daar in de buurt, in de nabije
omgeving, kan worden geparkeerd. Dat is ook in die zin besproken toen wij het voorstel van
de schouwburg hebben besproken. Als wij ja zeggen tegen een schouwburg dan hoort daar ook
de infrastructuur bij en in die zin zouden wij heel graag toch een duidelijk antwoord van u hebben.
DE VOORZITTER
Mevrouw van Beusekom nog aanvullend en dan stoppen wij een beetje met de interrupties. De
heer De Leeuw vindt het gezellig worden.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Waar het nu werkelijk om gaat, en ik voel het alweer, er wordt dus sec ingegaan op dat aantal
en op wat we besloten hebben enzovoort, maar wat we mede besloten hebben, daar staat ook
de kadernota bol van, is dat we ook willen praten met marktpartijen. Het is een onderdeel van
de kadernota, er is een tijd die veranderd is, het is een andere koers, de raad is er rijp voor,
men gaat praten met marktpartijen. Dat betekent dan ook dat je daarnaar moet luisteren, dus
niet vanuit een oud: we hebben eens een besluit genomen, we hebben nü een kadernota, daar
wordt van uitgegaan, er wordt gesproken van luisteren en praten met marktpartijen, er wordt
182