25 MAART 1993 185 Wethouder KOEKKOEK Als u dat bedoelt dan kan ik duidelijk zeggen dat het hele college eensgezind is, dat ook de portefeuillehouder ruimtelijke ordening zeer eensgezind bezig is om de verdichtingslocaties maar ook de uitbreidingslocaties die ons nog resten in de Haagse Beemden, in 1993 gerealiseerd te krijgen zoals we die hadden voorgenomen. Ten aanzien van de binnenstad heb ik slechts een aantal voorbeelden genoemd uit het plan van aanpak. In bijlage nummer 1 zoals die door uw raad is goedgekeurd staan er nog meer die al wat langer lopen of die net zijn gestart. Ik achtte het gisterenavond niet opportuun om anderhalve bladzijde te gaan voorlezen, maar Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dat was ook beslist niet mijn vraag. Mijn opmerking gaat er ook niet om dat het niet geruststellend was wat u zegt, maar als u de problematiek noemt als leefmilieuverordeningen en de problematiek Visserstraat, dan zeg ik dat dat al langlopende zaken zijn dus daar Is men nu, maar ik vraag om het meer levend te houden, dat was mijn vraag. Wethouder KOEKKOEK Ik denk dat het levend houden onder andere mogelijk is door de initiatieven die het college neemt ook duidelijk naar buiten te brengen, zoals onlangs over de Visserstraat en het Centrum Management. De idee die u gisterenavond heeft gelanceerd om de commissie en u vraagt vandaag om meer commissies, daar heb ik geen enkel probleem mee, te informeren, per kwartaal kan er ook zeker bijhoren, en ten aanzien van de herinrichting van de binnenstad zal er een aantal voorstellen komen in uw richting, hopelijk in de commissie Openbare Werken van 21 april waarin ook een groot aantal aspecten ten aanzien van de communicatie voor dat onderdeel zijn opgenomen. De opmerking van D66 heb ik al behandeld in het kader van 't Hout en ook de opmerkingen van de heer Garritsen. Wethouder VAN DONGEN Met het CDA maakt ook het college zich over de tarievenontwikkeling van een aantal belastingen zorgen, maar we hebben met elkaar daarover ook in het huidige programakkoord afspraken gemaakt, dat we zeker wat betreft een aantal tarieven kostendekkend zullen functioneren en dat we voor andere tarieven als de onroerend goedbelasting ook de prijsindexering zullen blijven volgen. Dat in de totale ontwikkeling na 1994 ook de lasten voor de burgers een belangrijke keuze zullen zijn ten aanzien van de inzet van middelen: daarin speelt ook een mogelijke verlaging van de O.Z.B. een rol. Maar we zullen daarover ook begin volgend jaar in een ander verband met elkaar moeten praten en uw idee zal daarbij ook nadrukkelijk worden betrokken. Ik neem ook aan dat u dat zelf mede zult bewaken. Ten aanzien van de totale relatie, waarop de PvdA ook terugkomt, in de kadernota tussen de ombuigingsoperatie die in deze kadernota is opgenomen van 7 miljoen, naast de bezuinigingsoperatie die totaal in beeld is gebracht: dat is mede bedoeld en dat zeg ik ook in de richting van mevrouw Van Beusekom, om een aantal ambities van deze raad, van u allen samen, ook in te vullen. We hebben er met z'n allen ook voor gekozen om dat te doen in de vorm van extra verhoging van onrendabele investeringen van 13,5 naar 15 miljoen, daarnaast 5 miljoen vrij te maken voor investeringen in bedrijfsmiddelen, daarnaast het onderhoudsbudget te verhogen, daarnaast ruimte te scheppen voor invulling van ruimtelijke ordening en monumenten en nog een aantal zaken en die totale afweging hebben we met elkaar gemaakt, dat vult onze ambities en potenties van dit moment in. We hebben op dit moment geen uitsluitsel willen geven door het inbouwen van alle onzekerheden die in de toekomst op ons afkomen, neen, we gaan uit van de nu bekende gegevens, van datgene wat we nu met elkaar hebben afgesproken en de lijn die we nu met elkaar hebben uitgezet naar de toekomst. In die afweging van de inzet van de investeringen, daarover zullen we met elkaar nog spreken, daar gelden de afwegingen ook politiek, ook milieubeleid, ook onderhoudsbudgetten, ook andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 185