29 MAART 1993 199 De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 29 maart 1993 ter behandeling van het raadsvoorstel betreffende de evaluatie Speelautomatenbeleid, agendapunt 47; is van mening dat: - het tot op heden gevoerde Speelautomatenbeleid onvoldoende tot resultaat heeft gehad dat gokverslaving wordt teruggedrongen; - met name het problematisch gokgedrag onder jongeren bijzondere aandacht behoeft; stelt vast dat: de aanwezigheid van speelautomaten in de (laagdrempelige) droge horeca de kans op (problema tisch) gokgedrag onder met name jongeren vergroot; verzoekt het college, om voorstellen te ontwikkelen om de aanwezigheid van kansspelautomaten in de droge horeca in de nabijheid van scholen te verbieden; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Door de fractie van Groen Links is een motie ingediend die door drie leden is ondertekend, de motie kan derhalve worden vermenigvuldigd, worden rondgedeeld en maakt onderdeel uit van de beraadslaging. Ik kan buitengewoon kort zijn, korter dan de raad nodig zal hebben om de motie te kunnen lezen. In de richting van de fracties van de PvdA en het CDA denk ik dat het goed is dat ik in deze raadsvergadering de toezegging van de zijde van het college herhaal: het convenant loopt tot eind 1995, maar mochten er zich in de tussentijd situaties voordoen die herziening nodig maken, dus als daarvoor zware gronden bestaan, dan is het college bereid om opnieuw met de partners rond te tafel te gaan zitten, maar dan moet er inderdaad sprake zijn van bijzondere omstandigheden, anders hoef ik geen convenant te sluiten. De heer Schroder heeft eigenlijk een aantal vragen herhaald, die hij reeds in de commissie Algemene Zaken heeft gesteld, dus ik denk niet dat het zinvol is als ik daar uitgebreid op inga. Over het beperkte verbod voor de droge horeca heb ik u in ieder geval iets verteld over de mate waarin allerlei horecagelegenhe den zich toch dikwijls bevinden in de richting ook van scholen. We hebben niet tot op dè horecagelegenheid uitgezocht hoeveel automaten er dan in de droge horeca zouden moeten verdwijnen. Wij zijn uitgegaan van het algemene principe dat in die droge horeca onder geen enkele voorwaarde en dat geldt natuurlijk ook voor de natte horeca, onder de 18 jaar op kansspelautomaten mag worden gespeeld en de controleurs die we hebben aangesteld en dat heb ik u ook duidelijk gemaakt, zullen zich met name concentreren op de droge horeca. En wat ons betreft zal bij de eerste de beste droge horecaondernemer die geen toezicht houdt en die zich dus schuldig maakt aan overtreding van afspraken die we met elkaar hebben gemaakt, de automaten worden weggehaald. Dus er kan geen enkele onduidelijkheid bestaan over de vraag waar die twee controleurs zich met name op zullen richten, die zullen zich richten op die zaken waarover u bezorgd bent en waarover we ook als college bezorgd zijn, namelijk de kans dat jongeren al heel snel met name op jonge leeftijd in aanraking komen met die kansspelautomaten. Met die controles denk ik dat ook bij de eigenaren van droge horeca-inrichtingen het besef zal doorbreken, voor zover men dat nog niet heeft, dat ze worden gecontroleerd op het feit dat zij er toezicht op dienen te houden en dat verhalen van: ik heb er geen tijd voor, in dat opzicht niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 199