29 MAART 1993
een keuze maken, dan denk ik niet datje dan een bedrag van 3,5 miljoen kwijt bent. Het laatste
punt en ik denk dan in de richting van de sector sport. Als je straks en die claim wordt bij de
begroting ingevuld, 1,87 miljoen extra richting zwembadenbeleid laat vloeien, dan zal dat
consequenties hebben voor de andere sportsectoren. Vandaar dat ik heel benieuwd ben naar het
SPAR-advies en wat de andere sectoren ervan zeggen dat er een enorme uitbreiding komt bij
het zwemmen, terwijl ik vanuit die secties toch heel vaak het geluid heb gehoord: zwemmen
kost heel veel. Ik denk dat je er geld voor over moet hebben, maar dat je ook moet kijken of
het inderdaad echt effectief is. En vandaar dat wij eigenlijk vinden dat dit voorstel zou moeten
worden teruggenomen en datje 6 april zou moeten afwachten, de discussie-avond over de invulling
van het Van Sonsbeeckpark. Je zou ook nog eens uitdrukkelijk met de SPAR moeten praten over
wat zij ervan vindt. Ik denk dat dat zorgvuldiger is. En dan heb je mogelijk ook een voorstel
dat door de raad wordt gedragen. Politiek gezien denk ik dat er in feite geen meningsverschillen
zijn. Onze fractie heeft best geld over voor sport, maar dat moetje ook in verhouding zien naar
de andere sporten toe. Ik denk dat er toch een oplossing gevonden moet kunnen worden, waarin
alle fracties zich min of meer kunnen vinden.
Wethouder DE BRUIJN
Diverse sprekers zijn ingegaan op de uitvoerige besprekingen in de commissies en diversen hebben
ook gezegd: daar is nogal kritisch tegen het voorstel aan gekeken. Ik denk dat dat een zwakke
weergave is van de werkelijkheid. Er is zéér kritisch tegen het voorstel aan gekeken en ik denk:
niet ten onrechte. Ik denk dat we met z'n allen moeten constateren dat het natuurlijk geen
gemakkelijke zaak is geweest om op deze wijze de toekomst van de zwembaden in Breda ter
discussie te stellen. We moeten ook constateren dat er in het programakkoord het een en ander
is opgenomen en vervolgens hebben we geconstateerd dat er iets meer met de zwembaden aan
de hand is dan we oorspronkelijk hadden gedacht of gehoopt. En misschien hadden we wel een
beetje gevreesd dat er wat aan de hand zou zijn. Dat betekent dat de fundamentele keuze of we
nog gaan zwemmen in Breda, ja of nee, eigenlijk is gebaseerd op de besluitvorming vorig jaar
april: we willen wel zwemmen, maar we moeten dat effectief gaan doen, daarbij kijkend naar
de ontwikkelingen die er in de zwemwereld aan de hand zijn en kijkend naar de wettelijke
ontwikkelingen en de mogelijkheden die de huidige zwembaden nog hebben. Dat betekent dat
dit voorstel uiteraard niet juichend is aangedragen, maar gewoon uit bittere noodzaak, op basis
van de uitgangspunten die hier voor ons liggen. En dat het een en ander niet gemakkelijk is,
dat blijkt uit de financiële onderbouwing, dat blijkt uit de onderbouwing van het programma van
wensen en dat blijkt uit de planning van wat kunnen we wanneer en waar halen? Kortom, de
zorg van de raad delen wij van harte. Alleen, wij denken: wij willen graag zorgen dat er in Breda
gezwommen kan blijven worden en dat daarover ook besluiten worden genomen. Want uitstel
nu betekent op korte termijn sluiting van het Sportfondsenbad en van De Spetter, vanwege
wettelijke maatregelen waaraan we niet meer voldoen. In een gesprek met de Provincie is duidelijk
gebleken dat, op het moment dat wij een goede lijn uitzetten naar de toekomst om die problemen
op te lossen, er ontheffing mogelijk is van wettelijke voorzieningen, omdat er zicht is op een
goede toekomst. Wat betreft de planning van het geheel, mevrouw Heessels is met name daarop
ingegaan, het volgende. De planning is een moeilijk geval gebleken. Wij zijn nog steeds van
oordeel dat we dit jaar het programma van eisen in ieder geval rond moeten krijgen en op basis
van het programma van eisen een voorlopig ontwerp kunnen maken. De planning is erop gericht
om halverwege volgend jaar te starten met het geheel. Zij geeft daarbij aan: zorg dat er in ieder
geval een goede projectorganisatie is en houd de zaak in de hand. Ik denk dat het laatste het
minimale is dat u van ons mag en moet verwachten èn dat daar een goede projectorganisatie komt.
Ik zal graag in de eerstkomende commissievergadering met u over de projectorganisatie willen
spreken. We hebben in ieder geval een intern beoogd projectleider gevraagd om het een en ander
op een rij te zetten. En als uw raad akkoord gaat met het voorstel zal hij deze taak ook op zich
208