29 MAART 1993
alleen aangegeven dat er wat locaties zijn die misschien beter zouden kunnen zijn, maar die zijn
wat dat betreft op dit moment niet aan de orde, omdat zij nu niet beschikbaar zijn. Het is dus,
dat in de richting van de VVD, inderdaad een principe-keuze, we koersen daarop voort en een
en ander zal verder verwerkt moeten worden binnen de bestemmingsplanprocedure. Wachten
op NAC, zegt de heer Garritsen. Mijnheer Garritsen kent uiteraard de Bredase situatie, de
onderhandelingen en de discussies met NAC. U weet dat we ongeveer al tien tot vijftien jaar
met NAC in discussie zijn geweest over de vraag of zij daar wel of niet blijft zitten. We hebben
op een gegeven moment een duidelijke lijn gesteld. Februari vorig jaar is gevraagd: NAC, wat
doe je? Dat op dit moment opnieuw bij NAC wordt gediscussieerd, nemen we voorlopig even
voor kennisgeving aan. We zien wel wat daaruit komt. Maar de planning is voor ons een hard
uitgangspunt, want anders zullen we niet, aansluitend op de eventuele ontwikkelingen rond de
bestaande baden, kunnen bouwen. Het wachten op NAC is niet alleen afhankelijk van de locatie,
het heeft ook te maken met de financiële consequenties voor NAC of ze wel of niet iets kunnen
en wat ze dan uiteindelijk zelf zullen beslissen. Ik denk niet dat je gevangenen van elkaar moet
worden, maar de besluitvorming uitdrukkelijk moet laten doorgaan. Diversen vragen zich af hoe
je de fasering moet zien. Met name mevrouw Heessels had het over de Wisselslag in relatie tot
de versobering en straks krijgt de Wisselslag de rekening gepresenteerd van een duurder uitvallend
ander bad. Laten we ook daarin helder zijn. De Wisselslag zit in de fasering na de nieuwbouw
van het bad. De reden om een versobering in de Wisselslag door te voeren zou kunnen zijn dat
het zwemgedrag binnen Breda zich anders ontwikkelt dan we op dit moment kunnen voorzien.
Als we volgend jaar met de definitieve plannen rond de Wisselslag komen en de uitwerking aan
u voorleggen en mocht het zwemgedrag zodanig veranderd zijn dat wij geen twee volwaardige
all-round baden moeten hebben en u kent de cijfers over wat er de afgelopen jaren aan het
zwemgedrag is veranderd, dan moeten we daarover met elkaar ook reëel durven zijn en zeggen
dat de Bredase burger blijkbaar om iets anders vraagt, of om niets. En om niets is dan wel heel
zwart-wit gesteld. Maar we moeten wel bouwen voor de markt die wij kennen. Maar vooralsnog
gaan we uit van twee all-round baden. Zo sober mogelijk. De heer Van Os vroeg: wat versta
je daaronder? Ik moet eerlijk zeggen, meneer Van Os, ik ben geen zwembadtechnicus, maar door
middel van het combineren van allerlei functies in een bepaald bad, zouden we kunnen proberen
de oppervlakte geringer te maken dan op basis van de kerngetallen mogelijk zou zijn. Het heeft
te maken met routing in een gebouw en met wat kun je combineren in zwembadfuncties. Ik heb
hiervan op dit moment geen idee. De uitgangspunten zijn helder en we zullen bij de uitwerking
van het program van eisen natuurlijk gaan kijken wat daarin haalbaar is. En wij zullen uiteraard,
en dat naar aanleiding van vragen van diversen, de commissie Sport in ieder geval maandelijks
op de hoogte houden van de ontwikkelingen en zo nodig eerder bij elkaar roepen als er vrolijke
of minder vrolijke dingen aan de orde zijn. Ik denk dat we elkaar regelmatig, zo niet maandelijks
hiervan op de hoogte moeten stellen. Wat betreft de inspraak het volgende. Diversen van u zijn
ingegaan op het SPAR-advies. Ik denk dat het SPAR-advies redelijk helder is, zij kan zich in
hoofdlijnen verenigen met de notitie "Zwemmen in Breda", zij heeft daarbij geen uitspraken op
dit moment gedaan over de verdere invulling van het programma van eisen. Ik heb alleen
begrepen, ik heb de uitnodiging ook gehad, dat zij verder is gaan denken op basis van de nota
"Zwemmen in Breda"We zullen morgen wel zien wat eruit komt, ik ben er ook heel benieuwd
naar. Maar het betekent niet, dat zij niet achter deze hoofdlijnen staat en ik heb begrepen uit
het advies dat zij nog steeds bij de hoofdlijnen van dit voorstel blijft. Als zij al bezig is met de
verdere invulling, dan is zij al verder dan wij als raad zijn. Dat we in de toekomst de inspraak
over het geheel goed moeten regelen, meneer Van Os, is denk ik een logische zaak. In ieder
geval zullen de gebruikers nadrukkelijk betrokken worden bij wat er mogelijk en onmogelijk
is. Maar zowel de Stichting Bredase Zwembaden als de Sportadviesraad en met name die laatste,
dat blijkt al uit de uitnodiging voor morgen, maken zich nadrukkelijk druk om het hele
zwembadgebeuren. In de richting van mevrouw Heessels het volgende. Wat het voorstel zelf
210