29 MAART 1993 211 betreft nemen we hier een principe-besluit over het volgende. U stelt een voorbereidingskrediet van 1 miljoen beschikbaar voor de uiteindelijke uitwerking van het geheel. U neemt het programma van wensen aan als uitgangspunt voor het programma van eisen en u geeft daarbij als randvoorwaarde aan dat het college bij de uitwerking van het programma van eisen de ruimte dus niet krijgt om daarvoor kredieten te voteren of geld daaraan uit te geven, om een invulling daaraan te geven tot een maximum van 3,4 miljoen voor de totale zwembaden. Of uw raad vervolgens zegt dat u dat een aanvaardbare ruimte vindt, gelet op het produkt dat wordt voorgelegd, dat is uiteraard aan u. Uiteindelijk zullen wij met een definitief voorstel en een kredietvotering naar u terugkomen. Dus u geeft alleen maar de randvoorwaarden aan waarbinnen het college moet blijven bij de uitwerking en u zegt niet: die 3,4 miljoen is con amore akkoord en we gaan over tot de orde van de dag. Het zou wat slordig zijn als wij het zo zouden interpreteren. Wat betreft het vervolg en dat is een aanvulling op de opmerking van mevrouw Heessels over de projectorganisatie, denk ik dat het in ieder geval een van de eerste taken van die projectleider zal zijn om zo snel mogelijk de definitieve planning van het bad, mede in relatie tot de ruimtelijke ontwikkelingsplanning van het Chasséterrein, in beeld te brengen en aan de commissie voor te leggen, zodanig dat we exact weten wat er aan de hand is. Ik denk dat dat een eerste vereiste isAan de beheersvorm heeft de heer Meeuwissen ook het volgende agendapunt gekoppeld. Hij constateert dat een en ander niet vlekkeloos is gelopen en niet zo is verlopen als we in het begin van de beheersvorm hadden gedacht. Ik denk dat zowel de Stichting Bredase Zwembaden als de gemeente het er gezamenlijk over eens zijn dat op deze manier het een en ander niet echt optimaal werkt. Op het moment dat u dit voorstel accordeert, is in ieder geval de basis gelegd om te werken aan een nieuwe beheersvorm. Diverse contacten zijn al gelegd. Er zijn diverse marktpartijen die best willen meedenken over een beheersvorm. Alleen, ook u zult begrijpen dat, gelet op de exploitatie en de rentabiliteit van zwembaden, men niet staat te juichen of staat te trappelen om daarin risicodragend mee te werken. We willen wel proberen een goed bedrijfsmatig inzicht daarin te hebben en de zaak goed op te pakken. We zullen dat uiteraard ook weer terugkoppelen naar de commissie. De heer DERIJCKERE Ik ben uitgenodigd om wat te zeggen in de richting van de heer Van Os. Meneer Van Os, u bent denk ik bij de commissievergaderingen geweest en ik heb geen enkele behoefte om de commis sievergaderingen over te doen en met elkaar in discussie te gaan over voors en tegens. Ik kan alleen constateren, wat ook mevrouw Heessels zei, dat we nog niet veel verder zijn. Ik kan dat beamen en ik noem het zeker geen knopen doorhakken als je moet constateren dat je nog niet veel verder bent. Gelet op de beantwoording door de portefeuillehouder in de eerste termijn, denk ik dat we nog minder ver zijn dan aanvankelijk gedacht bij het begin van deze discussie, omdat de portefeuillehouder in zijn beantwoording alleen maar zegt: ik heb en daarover neemt u een besluit, een voorbereidingskrediet nodig van 1 miljoen en u machtigt het college om, binnen de randvoorwaarden aangegeven in het verhaal, de zaak nader uit te werken. En op de definitieve besluitvorming komen wij terug in de commissie en in de raad. Zo interpreteer ik datgene dat u net heeft gezegd. De heer VAN OS En daar bent u het niet mee eens! De heer DERIJCKERE Ik vraag aan de portefeuillehouder of ik dat juist zie. De heer VAN OS Ik vroeg u waarom u nu niet met het raadsvoorstel akkoord gaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 211