29 MAART 1993 217 gaan doen, om het nu echt in gemeentelijke handen te nemen. Want ik denk als je zo verder gaat met de stichting, dat het problemen blijft geven en dat je blijft vragen naar jaarrekeningen. Je hebt er de afgelopen jaren absoluut geen greep op gehad en ik zie niet in waarom het naar de toekomst toe beter zou gaan. Wethouder DE BRUIJN Of we de beheersvorm in gemeentelijke handen moeten nemen, is nog een vraagpunt. Vooralsnog heeft u ook in de beide voorgaande agendapunten kunnen zien dat door externen wordt aangegeven datje het op een andere manier effectiever kunt doen dan de gemeente dat kan. We zullen bij de discussie over de beheersvorm op dit punt nadrukkelijk nog de revue laten passeren en nagaan of het handig is om als gemeente dit te doen. We moeten nu constateren dat we op dit moment daarvoor de capaciteiten en de menskracht niet hebben en dat dat dus ook het een en ander betekent. Maar het signaal is duidelijk: we moeten iets doen. Ik denk dat dat het belangrijkste is en we moeten ervan opaan kunnen dat datgene wat we verwachten ook op tijd wordt geleverd. De heer GARRITSEN Gelet op het feit dat het over jaarrekeningen van 1988, 1989, 1990 en 1991 gaat, die zolang zijn blijven liggen, kunnen wij hier niet mee instemmen. Wij vinden nogmaals datje nu stappen moet nemen en niet moet wachten tot de discussie en het besluit in de raad om straks een nieuwe beheersvorm te gaan kiezen. Je moet het nu doen. Je kunt naar onze mening dan best externe deskundigen aantrekken, die een stuk ondersteuning bieden, maar wel onder gemeentelijke verantwoordelijkheid en niet bij de stichting laten, want dat geeft ons geen enkele garantie naar de toekomst. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 54. BOUWVERORDENING Akkoord. 55. BEROEPSCHRIFT VAN MR. F.P.J.M. OTTEN, NAMENS ZIJN CLIëNTE TEGEN DE STICHTING IGNATIUS ZIEKENHUIS BREDA, TEGEN HET WEIGEREN VAN VERGUN NING VOOR HET SLOPEN VAN DE VOORBOUW VAN HET VOORMALIGE ZIEKENHUIS GELEGEN OP HET PERCEEL WILHELMINASINGEL 33. De heer VAN DONGEN In dit voorstel wordt duidelijk verwoord waar het in feite om ging en om gaat en dat moet nu uiteindelijk uitmonden in een raadsbesluit. In onze fractie wordt er genuanceerd over gedacht. Dat heeft geen gevolgen voor het stemgedrag, met andere woorden, we zullen dit voorstel best steunen. Toch enkele opmerkingen. Een aantal echte oude Bredanaars zal de sloop betreuren. Het is inderdaad geen monument, maar het heeft veel betekenis en een hele grote plaats in hun leven. Lief en leed hebben ze daar metterdaad ervaren. We weten het, de gemeente is geen eigenaar en heeft voor behoud moeten onderhandelen met de eigenaar en dat een en ander niet altijd vlotjes is verlopen, is weer iets anders. In de onderhandelingen stond voor de gemeente een goede bestemming centraal, dat is ondanks vele inspanningen niet gelukt. Dat kan men betreu ren, maar ook daar was men weer van anderen afhankelijk. Wij vertrouwen erop dat bij de nieuwe invulling iets moois en goeds hiervoor in de plaats komt. Dat neemt het verlies niet weg, maar het kan verzachtend en binnen de tijd, helend werken. Daarom vragen wij het college alle invloed

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 217