29 MAART 1993 aan te wenden om te komen tot een goede oplossing, al zal er altijd verschil van mening over blijven bestaan. Mevrouw HEESSELS Akkoord gaan met dit voorstel betekent ook akkoord gaan met de mogelijke sloop van het voormalig Ignatius Ziekenhuis. Toch kunnen we niet anders meer op dit moment. En hoewel het wederom geen goed doet aan het image dat Breda heeft ten aanzien van die monumentale panden, is de PvdA-fractie van mening dat het college voldoende heeft geprobeerd om de voorbouw te redden, maar daarbij heb je ook de medewerking van de eigenaar nodig. Wat de PvdA-fractie wel zorgelijk vindt dat is dat de beroep- en bezwaarschriftencommissie zo nadrukke lijk de huidige toestand van het pand betrekt bij zijn advies. En wij vinden dat daarom zo zorgelijk, omdat het in de toekomst een stimulans zou kunnen zijn voor eigenaren om hun pand maar te laten verkrotten, om sloop alsnog af te dwingen. En we zouden toch in ieder geval moeten proberen om dat naar de toekomst toe zoveel mogelijk te voorkomen. De heer GARRITSEN Ik vraag me zo langzamerhand af, als we in Breda monumentale panden of beeldbepalende panden willen behouden, hoe we daarop greep krijgen? Iedere keer constateer je weer dat het college van alles doet, of zegt te doen en iedere keer weer, als het gaat om belangrijke gebouwen in Breda, mislukt het. We lopen, naar onze mening, steeds achter de feiten aan en we verliezen keer op keer belangrijke zaken. In de commissie heb ik de wethouder gevraagd: geef nu eens aan watje zou moeten doen om hier toch een goed resultaat te krijgen. En ik ben met het CDA van mening, dat het voor een pand dat niet van de gemeente is, een stuk moeilijker is. Maar ook in die gevallen heb je toch juridisch en bestuurlijk een aantal mogelijkheden om zo'n pand, dat je in feite wilt behouden, te beschermen. Als je het advies van de commissie goed leest, dan wordt er toch op verschillende plaatsen gewezen op ook het falen van de gemeente op een aantal terreinen. Ik wil er twee dingen uithalen. Ten eerste: men is eigenlijk veel te laat geweest en ten tweede: een welstandsadvies is eigenlijk geen instrument om zo'n gebouw te behouden. Dan zou je bijvoorbeeld, zo werd gezegd, moeten kijken om het op de monumentenlijst te zetten. En wat dat betreft heeft het college niet eens overwogen om een advies te vragen aan de Monumentenadviesraad, maar de Monumentenadviesraad is eigenmachtig met een advies richting college gekomen. Dat is een paar jaar geleden geweest. Ik heb begrepen dat dat advies van de Monumentenadviesraad twee weken geleden is beantwoord. Als je op zo'n wijze daarmee omgaat, dan geeft dat toch wel aan datje dat naar onze mening op een aantal punten niet zorgvuldig doet. Wij hebben, en ik wilde dat in de eerste termijn doen, behoefte om een motie in te dienen, om specifiek in deze situatie een onafhankelijke commissie van deskundigen in te stellen die het gevoerde beleid van de gemeente onder de loep neemt en ons binnen drie maanden daarover rapporteert en op grond van het uitgebrachte onderzoek zou het college dan met aanbevelingen moeten komen, die moeten leiden tot een beter en doeltreffender beleid op dit terrein. Want om iedere keer weer te zeggen: zo had het niet gemoeten, daar schieten we weinig mee op. Ik denk datje inderdaad wat moet doen. En een idee van ons is, maar het zou ook best anders kunnen, dat zo'n onafhankelijke commissie van deskundigen bijvoorbeeld de commissie beroep- en bezwaarschriften zou kunnen zijn, want zij heeft al heel wat keren met dat bijltje gehakt en ik denk dat die club best wel deskundig genoeg is om te kijken hoe je het wel zou moeten aanpakken en dat je dan ook resultaat bereikt. MOTIE De leden van de raad der gemeente Breda, 218

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 218