28 JANUARI 1993
22
belangen, zowel van de opdrachtgevers als van de gebruikers en dat we moeten aansluiten bij
de verwachtingen die deze participanten van de gemeente hebben. Dat wil zeggen, als gemeente
dien je in hoge mate voorwaardenscheppend bezig te zijn, om door middel van een goede
organisatie van het planproces en het inhoudelijke kader, oftewel de randvoorwaarden richting
te geven aan een hoogwaardig kwalitatieve architectuur in de brede zin zoals ik net heb bedoeld.
Dat symposium en de papers die daaronder hebben gelegen, zijn nadrukkelijkhandleiding geweest
bij de hele discussie over architectuurbeleid in Breda. We hadden natuurlijk al die papers, al
die meningen bovenop elkaar kunnen stapelen, een grote niet erdoorheen slaan en vervolgens
kunnen zeggen: kijk eens wat er allemaal gebeurt bij het architectuurbeleid. Het is nadrukkelijk
niet de bedoeling om met centimeters papier te gaan werken. Het is de bedoeling klip en klaar,
helder binnen de randvoorwaarden die je als gemeente stelt, met name in het voorwaarden
scheppende kader, je richting te bepalen. Dat moet kort, helder en dat moet voor iedereen duidelijk
zijn. Wij zijn van mening, in tegenstelling tot een enkele spreker onder u, dat we hier een helder
verhaal hebben, waarbij we ons gesteund weten door de kritiek van de Raad voor de Kunst, die
constateert dat de nota van Breda als een van de beste nota's in den lande mag worden gezien,
vanwege zijn concreetheid. Ik ben benieuwd wat dat voor discussies in andere raden zal kunnen
opleveren, maar daar zal ik verder niet op ingaan. Wat is de concreetheid dan met name? De
concreetheid zit in die voorwaardenscheppendheid. Als u een bouwvergunning aanvraagt, de
normale bouwvergunningen gaan wat dat betreft redelijk snel, voor met name een gebouw dat
u ergens wilt neerzetten, dan moet u voor de lol eens kijken met wie u allemaal moet overleggen
en vervolgens hoe u wordt teruggestuurd, respectievelijk van het kastje naar de muur wordt
gestuurd, omdat elke afdeling of dienst in- en extern allemaal hun eigen mening daarover hebben
en soms gezellige tegenstrijdige meningen. Een van de belangrijkste aspecten om te zorgen dat
we die kwalitatieve hoogwaardige architectuur kunnen krijgen, is te zorgen dat we in dat plan
proces goed op elkaar zijn afgestemd, in ieder geval binnen-gemeentelijk. Dat zijn nadrukkelijke
aanbevelingen die hier in deze nota naar voren komen: zorg dat je integraal een gebied, een
bouwlocatie aanpakt. En of dat dan op een gegeven moment nog met supervisors moet of met
auteurs, dat is niet ter zake. Een auteur betekent met name dat het iemand is die het stedebouwkun
dig ontwerp heeft gedaan en daarmee zorgt dat bij de invulling van een stedebouwkundig plan
wordt gezorgd voor de integratie van de stedebouwkundige aspecten en de architectuur. En hebben
we het over een supervisor, dan hebben we het over een begeleider vanuit met name de commissie
WAM, nu nog Welstandscommissie geheten, om te zorgen dat die kwaliteit hoogwaardig blijft
en de ontwerper niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Kortom, een heel heldere lijn.
Overigens, in de contacten met de markt hebben we geconstateerd dat deze lijn inderdaad tot
helderheid leidt. Gezegd wordt dat er vele aanbevelingen in de nota staan. Het lijken er veel maar
ik denk dat ze ook veel met elkaar samenhangen. Op het moment dat je enkele aanbevelingen
eruit haalt, zal het geheel als een kaartenhuis in elkaar zakken. Wij hebben geprobeerd het totaal
integraal aan u voor te leggen. Ik denk dat dat heel belangrijk is en dat betekent weliswaar dat
de diverse zaken gewoon verder uitgewerkt moeten worden. Maar op het moment dat we gaan
werken aan de verdere uitwerking, dat in de richting van de heer Van Dongen, oftewel op het
moment dat we de concrete voorstellen rond hebben, moeten we eerst weten dat dat een beleidslijn
is die we met zijn allen onderschrijven en dat dat een beleid is dat we hebben vastgesteld. Want
slechts op basis van een vastgesteld beleid, zo zijn wij van mening, kun je met die concrete
voorstellen komen. Wij zullen op een bepaald moment met een verhaal over het Stimuleringsfonds
komen, waarbij nadrukkelijk is aangegeven dat het met name in de communicatie zal worden
ingezet. U heeft dat ook gezien in de college-omslag, er is een forse discussie binnen het college
geweest. Die heeft geleid tot een lijn ten behoeve van de verdere uitwerking van die beleidslijn.
Het is overigens een volstrekt normale zaak dat het college, als ze een beleidslijn aanneemt, daarbij
ook een richting aangeeft. Die zal verder moeten worden uitgewerkt in die richting en vervolgens
zullen we, als het tot concrete voorstellen leidt, naar uw raad komen. Het kan niet zo zijn dat