29 APRIL 1993 240 juist, hij gelooft daar niet in maar dat geloof kan ik hem dan blijkbaar niet geven, dat daarmee geen verhuisketen op gang kan komen die met name de zeer goedkope voorraad vrij zou kunnen maken voor die mensen met de laagste inkomens. Wij zijn van mening dat dat wel moet lukken en hij constateert nu dat dat nog geen effect heeft gehad. Dat kan ik me heel goed voorstellen omdat we op dit moment langzaam maar zeker op gang komen met het aanbieden van alternatieven. Waar nadrukkelijk namelijk wel heel duidelijk die verhuisketen te zien is bij de specifieke woningen voor ouderen waarbij je constateert dat dat toch een forse verhuisketen met zich meebrengt. Het zijn vaak mensen uit de buurt die naar de aanleun- en steunpuntwoningen gaan en daarmee woningen vrijmaken voor de doelgroep. Kortom, wij zijn nog niet zo wanhopig als de heer Maas dat het niet helpt. Onze zorgen hebben wij uiteraard wel want we kunnen niemand dwingen. Maar van het op een gegeven moment alleen maar toevoegen aan de sociale woningbouw, voor zover dat in de toekomst nog sociale woningbouw is gelet op de plannen van het Rijk, moeten we zeggen dat het niet een bijdrage levert tot de huisvesting voor de lagere doelgroepen. Daarvoor zullen wij andere inventieve maatregelen moeten nemen maar we hopen wel in ieder geval die verhuisketen op gang te brengen. De heer MAAS. Er worden een paar opmerkingen gemaakt door de wethouder. Ten eerste het woningmarkton derzoek: dat is van 1991. Ik sluit niet uit dat het toch al weer iets achterhaald is, dus ik vind het wel een wat oud onderzoek om daarop zo'n belangrijk programmeringskader te baseren. Met betrekking tot die verhuisketens is het wel zo dat het beleid van de staatssecretaris al wat langer in gang is gezet en ik zou geen voorbeelden kunnen noemen van steden waar die verhuisketens echt goed op gang zijn gekomen, dus ik maak me er toch wel in die zin behoorlijk zorgen over zodat ik daarin inderdaad niet zoveel vertrouwen heb. De wethouder merkte nog op dat wij elkaar daarover kennelijk niet kunnen overtuigen, we hebben hierover al vaker een discussie gehad en de standpunten liggen op dit moment tamelijk vast. Dat is eigenlijk hetgeen wat ik daarover kan constateren en de conclusie is in ieder geval duidelijk, we zullen onze steun aan dit voorstel onthouden. De VOORZITTER Dat nu is een droevige mededeling waarop de wethouder nu gaat reageren. Wethouder DE BRUIJN Voorzitter, bedroefd? Misschien wel want ik denk dat in het programma toch in ieder geval wordt getracht huisvesting naar de toekomst te bieden voor de mensen die een woning zoeken en welke inkomstencategorie zij ook hebben, als we woningen moeten aanbieden dan zullen wij dat zeker ook moeten doen. Ik ben het met de heer Maas eens dat het woningmarkton derzoek van 1991 misschien wat achterhaald is, de markt verandert snel en sterk. We hebben in ieder geval in de commissie aangegeven dat we op korte termijn een gesprek hebben met zowel de sociale beheerders als de particuliere beheerders om te kijken wat de laatste effecten zijn op de woningmarkt en we zullen proberen dat tenminste jaarlijks te gaan doen om effectiever de ontwikkelingen daarin te kunnen volgen. Overigens wil ik de heer Maas daarbij niet de worst voorhouden dat dat mogelijk tot andere aantallen leidt in de sociale huursector. Dat het beleid van de staatssecretaris zoals u zegt al lange tijd is neergelegd, daarover ben ik het volledig eens. Ik ben niet gigantisch optimistisch over de directe effecten van de doorstro mingsketen, ik denk alleen dat het langzaam maar zeker op gang zal gaan komen en dat dit de enige mogelijkheid is om de echte goedkope voorraad vrij te krijgen en niet toevoeging van de nieuwbouw, dus zijn echte somberheid deel ik niet geheel maar ik heb wel mijn scepsis daarin en daarin kan ik de heer Maas ondersteunen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 240