29 APRIL 1993
242
Een ander punt waarover de PvdA in de eerste termijn aangeeft dat zij daarmee akkoord gaat
is de benoeming door het college van de leden voor deze WAM-commissie. Voor ons geldt
toch steeds, en dat geldt voor een Sport Advies Raad, dat geldt voor de Welstandscommissie
en dat geldt in feite voor alle artikel 62-commissies, dat de raad die benoemt. Ik vind dat je
dat ook voort moet zetten omdat de raad dan meer betrokken is bij de gang van zaken, zij
weet dan welke mensen met welke deskundigheid erin zitten en zij kan dan ook de stukken die
daarvan komen wat beter beoordelen als ze dan ook op de hoogte wordt gehouden van de
stukken die deze commissie levert. Wat dat betreft vinden wij dus dat de raad de benoeming
zou moeten doen. Op dat punt willen wij dan ook een amendement indienen om artikel 5 toch
gewijzigd te krijgen. Als je dan praat in de zin van dat je vindt dat dit soort zaken toch
collegebenoemingen kunnen zijn dan vind ik dat je het integraal zou moeten doen en er eens
echt een goede inhoudelijke discussie over willen hebben. Het laatste punt is dat het een
artikel 62-commissie is en dat betekent in feite dat de stukken van deze commissie openbaar
moeten zijn, artikel 62 eist dat. Het is niet in de verordening opgenomen. Het toevoegen van
een stuk openbaarheid hebben wij niet gedaan omdat het formeel een wettelijk gegeven is,
maar datzelfde heeft gegolden voor de Welstandscommissie, wij hebben al jaren gevraagd om
voor belangrijke projecten die adviezen eens een keer in te zien, het is ons nog steeds niet
gelukt. Bij de WAM is het nu gelukt na eerst de zaak bij de Raad van State aan te spannen, nu
liggen die stukken ter visie maar in het verleden was het zo dat wij die stukken pas kregen als
het college een advies daarover had gegeven, wat natuurlijk de zaak enorm vertraagt. Dus ten
aanzien van deze commissie vinden wij dat de stukken gewoon openbaar moeten zijn en bij de
betreffende commissies ter kennisname aan de agenda moeten worden toegevoegd zodat je op
de hoogte blijft. Ik wil daarom het aangekondigde amendement indienen.
Het door de heer Garritsen ingediende amendement luidt als volgt:
AMENDEMENT
Met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders de vaststelling van de
verordening op de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten, geagendeerd voor de
vergadering van 29 april 1993 (agendapunt 85).
Ondergetekenden, de heren N. Garritsen, F. Maas en W. Schroder, leden van de raad der
gemeente Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde;
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot vaststelling van de
verordening op de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten;
besluit:
de ter vaststelling voorliggende verordening als volgt te wijzigen:
1. Artikel 5, lid 1 te vervangen door een nieuw lid 1, waarvan de tekst luidt als volgt: