29 APRIL 1993
260
beeckpark. Dat geldt ook ten aanzien van het hele zwembadenbeleid, hoe ga je daarmee
verder. Ik denk dat het van belang is, ook gelet op de financiële aspecten, dat de raad toch
eens een integrale afweging kan maken. Ik hoor van de partijen in eerste instantie dat ze in
feite zeggen: we hebben de stukken niet eens kunnen lezen, we weten niet eens precies waar
het om gaat. Het zal nu een mondelinge toelichting worden van de wethouder wat er gaat
gebeuren. De betrokken mensen zijn niet eens op de hoogte van dit plan wat er moet gebeu
ren. Ik had steeds begrepen dat de sloop van 't Ei plaats zou vinden op het moment dat er
sprake zou zijn van een concreet herinrichtingsverhaal dat op tafel zou liggen en dat dat ook
zou worden doorgesproken met de mensen. De mensen weten niet eens dat we vanavond dit
voorstel hebben, neen, dat hebben ze alleen maar uit de krant kunnen vernemen. Ik denk dat
je zo niet met mensen om kunt gaan en zeker niet over dit punt. Het zou kunnen betekenen, ik
weet het niet, ik vraag het maar, wanneer het college uiteindelijk de sloopvergunning afgeeft,
dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat volgende week op 6 mei, volgens het laatste persbe
richt van het college over de planning van de Schouwburg, de eerste paal van de Schouwburg
de grond in gaat en tegelijkertijd Stolwerk de sloop van 't Ei gaat realiseren. Ik denk dat dat
volstrekt ongeloofwaardig is naar de bevolking en daarom hebben wij er behoefte aan om een
motie in te dienen.
De door de heer Garritsen ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (1)
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 29 april 1993, behandelend het voorstel
exploitatieopzet en kredietaanvrage voor herinrichting van een gedeelte van het Burgemeester
van Sonsbeeckpark (agendapunt 99b);
overwegende;
1. dat de inrichting van het Burgemeester van Sonsbeeckpark nog volstrekt onduidelijk is;
2. dat de locatiekeuze van een nieuw te bouwen zwembad nog een geheel open zaak is;
3. dat de aankoop van het Chasséterrein voor zowel een zwembad als voor de schouwburg
financieel niet verantwoord is;
stelt vast:
dat bovengenoemde zaken een chaotisch beeld van besluitvorming oproepen;
en stelt verder vast dat de gemeenteraad over bovenvermelde zaken vanavond zeer vergaande
besluiten zou kunnen gaan nemen;
Besluit: