29 APRIL 1993 267 dat er bij een andere tijdelijke inrichting nader overleg met de bewoners zou worden gevoerd, maar dat verandert nu met de besluitvorming die nu voor ligt. In de richting van De heer GARRITSEN Mag ik dan toch de wethouder vragen: over die tijdelijke inrichting is op die avond, waar toch een paar honderd mensen aanwezig waren, een invulling gegeven, wat het zou kunnen betekenen en nu neemt de raad een besluit waarvan zij niets weten dus dat is op zich toch, denk ik, uiterst merkwaardig. Wethouder VAN DONGEN Ik heb u ook gezegd in antwoord op de vraag van de heer Van Gurp, dat betrokkenen daarover zullen worden geïnformeerd. In de richting van de heer Bokkelkamp: over dit voorstel is de commissie gehoord omdat de commissie ook heeft gezegd gezien de informatie die de leden hadden op het moment van bespreking in de commissie, dat zij daarover geen advies konden uitbrengen. Toen hebben wij met elkaar afgesproken: dan maken we daar de formulering van dat we de commissie daarover hebben gehoord, en u zou zo spoedig mogelijk na afloop van die behandeling nadere informatie krijgen. Die hebt u gisteren gehad en over die wijze van informeren hebben we het in de eerste termijn ook met elkaar gehad en dat hoeven we nu niet opnieuw te doen. Ten aanzien van de gevolgen voor punt 100: daarover heb ik u dinsdag ook geïnformeerd, daarin stonden twee formuleringen: een formulering was dat de commissie over het voorstel was gehoord, de andere formulering stond onderaan pagina 1, dat de commissie Financiën en Grondbedrijf positief over het voorstel had geadviseerd. Ik heb u toen gezegd dat we die formulering van de eerste pagina zouden verplaatsen naar de tweede pagina, bij adviescommissies, en de formulering over "horen" zouden verwijderen. Al met al, een procedure die niet geheel zuiver is, een procedure die past in de lijn van eerdere besluitvorming die we met elkaar als raad hebben vastgesteld en op basis van alle stappen die we met elkaar dan ook moeten zetten zullen we die procedure op deze basis volgen. Op het moment dat er andere ontwikkelingen zijn, zullen we u daarover zo spoedig mogelijk informeren. Ik hoef neem ik aan niet terug te komen op de motie. U begrijpt dat wij die namens het college afwijzen. Motie 1, ingediend door de fractie van Groen Links, wordt hierna verworpen, met uitsluitend de stemmen van de fractieleden van Groen Links vóór. Het voorstel is akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 100. AANKOOP ONDERGROND SCHOUWBURG AAN DE CLAUDIUS PRINSENLAAN VAN DE STAAT DER NEDERLANDEN. De heer DUBBELMAN De heer Van Gurp sprak zoëven dat dingen anders moeten gaan lopen vanaf overmorgen, dat is 1 mei. Ik zie daarin aanleiding de aandacht te vestigen op een passage die in het preadvies staat. Op pagina 1 bijna onderaan staat dat in verband met de geplande aanvang van de bouw werkzaamheden per 1 mei 1993 niet langer kan worden gewacht. Deze passage heeft in onze fractie heel veel instemming kunnen ontlokken omdat met dit besluit de realisatie van de schouwburg Breda, die naar mijn idee beter genoemd kan worden: Theatercentrum Breda, want zoveel allure heeft hij, de totstandkoming van dit theatercentrum, nu inderdaad binnen handbereik komt. Wij zijn natuurlijk niet blind voor de financiële aspecten die aan dit voorstel zijn verbonden en wij hopen dan ook dat het bij een mogelijk tegenvallend aankoopbedrag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 267