29 APRIL 1993 271 de uitgangspunten en het verdere verloop hier te praten. Daarover hebben wij met elkaar gesproken, daarnaar is verwezen. Ik heb geen enkele indicatie wat het plaatje uiteindelijk kost in die zin dat we weten dat partij A en partij B tegenover elkaar staan en meestal is het zo dat wij bij de arbitrage uitkomen op iets daar tussenin. Dat weten we en we zullen daarvoor vanuit de gemeente in ieder geval de maximale capaciteit, de deskundigheid en de contacten die we hebben, kunnen inzetten. Ook daar zullen we hoog proberen te scoren, dat is in het belang van de gemeente en dat is in het belang van een sluitende grondexploitatie stads schouwburg/Kloosterkazerne, want dat is het exploitatiegebied waarop uiteindelijk een winst of een verlies komt te zitten en met dat uitgangspunt zullen we met elkaar dan moeten praten. Gaan wij dan verder door na de onderhandelingen en aankoop van het gehele Chasséterrein, want dan zullen we moeten zeggen: kunnen we daarop een sluitende exploitatie van toepassing verklaren, afhankelijk van wat we daar wel of niet kunnen en willen realiseren en we zullen op dat moment ook af moeten wegen, als we daar bepaalde dingen zouden willen realiseren, accepteren we dan wel of niet daar een overeenkomstig verlies van en dat geldt voor alle zaken, of we daar bepaalde woningbouwcategorieën wel of niet willen of dure kantoren of dat we andere accommodaties tot bijzondere doeleinden daar wel of niet willen. Op dat moment zullen we met elkaar moeten bespreken wat voor verlies we daar kunnen en willen nemen en wordt dat wel of niet gecompenseerd met opbrengsten vanuit andere aard van bouwwerken die daar eventueel zouden kunnen gerealiseerd worden, afhankelijk van wat we, en dan praat ik over het publiekrechtelijk lichaam van de gemeente, daar als randvoorwaarden vanuit ruimtelijke ordening opleggen. Daarover komen we dan met elkaar te praten. Het voorstel ligt er zoals het er nu ligt. Ik heb geprobeerd, want concrete vragen van u zijn er op dit moment dan ook niet verder gesteld dan uitgebreide stemverklaringen, de algemene situatie op dit moment weer te geven en we zullen keihard werken om zo snel mogelijk een uitkomst daaruit te krijgen in een wat ons betreft voor de gemeente meest positieve zin. Dat is het uitgangspunt en daarmee ga ik beslist niet praten over de uitgangspunten die de heer Garritsen noemt. Dat zullen twee private partijen, de gemeente en Domeinen met elkaar toetsen en de arbitrage commissie zal daarover een besluit nemen en daarop kom ik dan bij u terug. Wethouder VAN FESSEM Mag ik nog even de heer Van Gurp antwoorden over de voorlichting in de commissie ad hoe, zeker als het woord "belazerd" daarbij wordt gebruikt. Bij de eerste contacten tussen de onderhandelaars waren de prijzen zo hoog dat mij verzekerd is dat het een begin van een traject was, dat niets erop zou wijzen dat men daaraan star zou vasthouden. U hebt ook in de papieren kunnen zien dat de echte makelaars ook veel lagere prijzen aangeven, maar eigenlijk tot onze groeiende verbijstering bleef men daaraan vasthouden. En naar mate die verbijstering kwam kon ik dat natuurlijk in de commissie ad hoe niet direct melden, eventueel ook rekening houdend met lekken, zoals op het Stadskantoor komen die overal voor, want dan zou de zaak pas wellicht daardoor in de war kunnen worden gestuurd. Dat is eigenlijk een dilemma en dat is wat ik daarover wil zeggen. Maar het is geen "belazeren" geweest, het is in het kader van: "het niet verstoren van". De heer VAN GURP Kort even in de richting van de heer Van Fessem. Ik heb niet gezegd dat u de commissie ad hoe hebt belazerd. Een aantal mensen van onze fractie voelde zich belazerd, dat wil nog niet zeggen dat het zo is natuurlijk. Neen, waar het om ging is dat ik, lezende het verslag van de voortgang van de onderhandelingen, wat ik een duidelijk verslag vond, niet een moment kon aangeven waarop je zou kunnen zeggen: jongens, we komen er met elkaar aan uit, want u zegt ook: er was een hele starre houding van de andere kant, en dan zeg ik, als er tot op het laatst toe geluiden naar buiten komen: we komen er wel aan uit met elkaar, dan vraag ik me dus in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 271