29 APRIL 1993 274 komen dat dit problemen oproept voor de toekomst. Wat dat betreft zijn wij niet akkoord met dit voorstel. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 103. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET MAB EN V&D BETREFFENDE HET ONTWIKKELEN EN REALISEREN VAN EEN WINKEL- EN EEN WOONCOMPLEX IN DE BREDASE BINNENSTAD. De heer DUBBELMAN Het is meer een stemverklaring dan een algemene beschouwing. De CDA-fractie spreekt haar grote waardering uit over het voorstel. Een compliment voor al degenen die hieraan hebben meegewerkt. We constateren dat het gaat om een gigantisch investeringsproject van ruwweg geschat zo'n 150 miljoen waarbij zonder overdrijving kan worden gesteld dat het MAB/- V&D-project een enorme impuls is voor de invulling van de binnenstad en in het bijzonder een versterking van het kernwinkelapparaat. Eén kanttekening willen wij daarbij nog plaatsen en dat is ten aanzien van degene die al op voorhand beren op de weg ziet en nogal voortijdig allerlei discussies wil voeren over de deze zomer nog te nemen besluitvorming over het Bredase parkeerbeleid. Ik zou daarop als volgt willen reageren door letterlijk te citeren de inbreng van het CDA in de commissie waar werd gesteld, "ten aanzien van bereikbaarheid en parkeerfaciliteiten is het van belang die afwegingen te maken die op gepaste wijze aansluiten op dit zo belangrijke project voor de binnenstad". Afsluitend, onze instemming met dit project is zo mogelijk nog hoger dan 100%. De heer VAN DE STEENOVEN Ik kan om te beginnen aansluiten bij de positieve woorden van de heer Dubbelman over dit voorstel. Het is een goede stedebouwkundige invulling van een verloederd stukje binnenstad, zo mag ik dat gerust zeggen, van datgene wat achter de Ginnekenstraat ligt. Het is een versterking van de winkelfunctie die op zich heel gunstig is voor de centrumfunctie die wij als stad vervullen en de daaraan verbonden werkgelegenheid die deze oplevert voor de stad. Toch wil ik ook naast die positieve woorden onze teleurstelling uitspreken over enkele financiële aspecten van de overeenkomst. De bibliotheek geven we toch wel voor een laag prijsje weg en wat betreft het vooruitschuiven van de kosten van de expeditieweg kun je je natuurlijk hier opnieuw weer formeel opstellen, het is een ander exploitatiegebied, dus het heeft hier niets mee te maken, maar het brengt gewoon de nodige kosten met zich mee. Dat doen we de hele avond eigenlijk al, die kosten vooruitschuiven, uiteindelijk zullen we deze als gemeente toch moeten betalen en daaraan zitten we gewoon vast. In de commissie hebben we reeds uitvoerig en fel gedebatteerd over de bereikbaarheid, dat komt later aan de orde, ik wil alleen nogmaals onze algemene visie daarop nadrukkelijk naar voren brengen. Wij zijn van mening dat een winkelcentrum van een grote stad, van een knooppunt dat we zeggen te zijn en willen zijn, echt niet alleen rechtstreeks of vooral met autoverkeer kan worden ontsloten, dan haal je je enorme files, geweldige luchtvervuiling, enorm veel lawaaioverlast op de hals. Wil je echt een knooppunt zijn en wil je een echt hoogwaardig centrum hebben dan zul je het accent moeten leggen op een ontsluiting door middel van hoogwaardig openbaar vervoer en langzaam verkeer. Maar goed, we komen daarop later uitvoerig terug, het zal duidelijk zijn dat het ook consequenties heeft voor het parkeerbeleid dat we voeren. Tot slot, we geven als raad met dit voorstel bijna alle zeggenschap uit handen aan het college, daar hebben we vertrouwen in, maar we willen toch het college nadrukkelijk vragen om bij de uitwerking en de verdere be sluitvorming te waken voor de kwaliteit van het project, in het bijzonder voor wat betreft het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 274