29 APRIL 1993
278
Akkoord.
108. PARTICIPATIE IN STICHTING CENTRUMMANAGEMENT BINNENSTAD.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Wij hebben bij dit punt toch behoefte aan een korte stemverklaring omdat het een van de
projecten is waarbij we uit het Structuurplan voor de Binnenstad de zaken kunnen halen.
Vorige week hoorde ik dat de Stichting Centrummanagement de spin is in het web en ik denk
dat ik me bij die opmerking ook kan aansluiten. Op dit moment krijgt men de mogelijkheid
om goede draden, goede lijnen, uit te zetten en de overall-visie voor de city en de aanlooprou
tes goed te kunnen bekijken. Wij zijn er zeer positief over dat het bedrijfsleven ook goed
hierop heeft gereageerd in samenwerking met de gemeente. Wel willen wij toch duidelijk ook
aandacht vragen in de verdere uitwerking voor de bewoners. Willen we de binnenstad
bewoonbaar houden, leefbaar houden, dan denken wij dat het sowieso niet alleen een goede
zaak is, maar dat het ook gewoon moet, dat deze mensen er op tijd bij betrokken zijn. Wat
betreft de financiering uit het Fonds Stadsvernieuwing, 200.000,— voor 1993, ook voor
1994 en 1995: hiermee geven het college en de raad denk ik duidelijk aan dat men belang
hecht aan dit project. Het is wèl duidelijk dat men daarna het bedrijfsleven de zaak zelf in
handen geeft en dat men dan na 1995 op eigen kracht verder gaat. Tot slot, in de commissie
is die opmerking ook gemaakt, wij missen de handtekening van twee organisaties die deelne
men, onder andere het V.V.V. en de banken, maar ik mag aannemen dat die toch in ieder
geval ook meedoen. Ik vind het een beetje slordig dat daar geen handtekening staat.
De heer MAAS
Ik voel me wel een beetje gesteund door de woorden van mevrouw Boidin, want ik wilde met
name ingaan op de bewoners die toch wel buiten dit convenant zijn gelaten. In het convenant
participeren namelijk alleen de vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven in de binnenstad. De
bewoners van de binnenstad, die evenzeer belang hebben bij de ontwikkeling van de binnen
stad, zijn dus volledig buiten beschouwing gelaten en dit terwijl bewoners en bewonersorgani
saties duidelijk te kennen hebben gegeven betrokken te willen worden bij het denken over de
binnenstad. Participeren van bewoners of bewonersorganisaties betekent volgens ons een
verrijking van het convenant. Bij de behandeling in de commissie bleek het openbreken van
het convenant, wat mijn voorkeur zou hebben, duidelijk geen haalbare kaart. Een vertegen
woordiger van de Bewonersorganisatie Binnenstad Breda gaf wel te kennen de stichting in
oprichting te zullen benaderen met een verzoek om een plek aan de tafel te krijgen. Ik zou het
college als deelnemer in de stichting op willen roepen om zulk een verzoek positief tegemoet
te treden en ik dien hiertoe een motie in. Ik wil bij deze motie nog wel zeggen dat zij denk ik
ongeveer de meest gematigde motie is die onze fractie in de afgelopen drie jaar heeft inge
diend. Het heeft me nogal wat moeite gekost om deze motie door de fractie heen te krijgen en
ik hoop dan ook dat de raad nu eens een keer wel met een motie van Groen Links akkoord
gaat.
De door de heer Maas ingediende motie luidt als volgt:
Motie (2)
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;