28 JANUARI 1993
27
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Maar wij hebben al zoveel contact, voorzitter. Waar het ons om gaat, en dat schijnt dus heel
principieel te zijn voor de raad en dat is prima, daar heb ik verder niets op tegen, dat is dat wij
niet overtuigd zijn. Nogmaals, er zitten hele goede punten in de nota, maar over de nota in zijn
totaliteit zeggen wij: voor kennisgeving aannemen. Uitwerken en ook de steun geven aan het
college om werkelijk gestalte te geven aan de bevoegdheid die ze heeft gekregen van de raad,
daar willen we aan meewerken. Dus, wanneer u met goede criteria en met goede concrete voorstel
len komt, dan zult u ons aan uw zijde vinden, mits wij die voorstellen natuurlijk delen. Daar
staan wij heel positief tegenover. Ik denk dat wij ook geen schorsing behoeven, net zo min als
het college dat nodig achtte en wij handhaven op voorhand, mits er een subliem antwoord komt,
ons amendement, omdat wij het buitengewoon principieel vinden. Iets vaststellen met ook nog
de zinsnede: "de nota heeft geen directe gevolgen"Ik vind het knap van degene die deze juridi
sche term heeft verzonnen, maar het slaat natuurlijk nergens op. Iets heeft gevolgen, of het heeft
ze niet, maar "geen directe gevolgen", dan kun je ze op termijn hebben, maar dan heb je ze ook.
Dus, met zo'n formulering kun je eigenlijk ook niet door de deur. Nogmaals, voorlopig, tenzij
er een fantastisch antwoord komt, handhaven wij ons amendement.
De heer VAN GURP
Met mijn collega aan mijn rechterhand begrijp ik van het verhaal van mevrouw Van Beusekom,
hoe verder het vordert, steeds minder. Ik heb mijnheer Van Dale niet nodig en ik heb de rest
van Nederland niet nodig. In Breda hebben wij het voornemen
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Maar zelf komt u er kennelijk niet uit. Dus ik zou toch maar hulp vragen.
De heer VAN GURP
In Breda hebben wij een voornemen geformuleerd bij de onderhandelingen. Met dat voornemen
hebben wij uitgesproken dat wij een beleid gaan ontwikkelen op het gebied van de architectuur.
Wij hadden geen cultuur op dat gebied, dus het beleid moet vanaf de grond ontwikkeld worden.
Wat wij hier doen is een beleidsnota vaststellen, waarin een politiek beleid is geformuleerd. Die
nota heb je nodig om op basis van dat geformuleerde beleid concrete stappen te gaan ondernemen.
Dat is de volgorde van stappen die je in dit soort zaken behoort te nemen. Wij voelen er dan
ook helemaal niets voor om aan het amendement enige steun te geven. Het zou de positie, de
plaats van de nota alleen maar verzwakken en het gestalte geven aan concrete uitgangspunten
zou daarmee ook in gevaar komen. Namens mijn fractie, geen steun voor het amendement.
De heer GARRITSEN
Twee inhoudelijke punten over de nota. Wat onvoldoende naar voren komt is het punt van de
randvoorwaarden die je wilt opleggen, of het nu om een beeldkwaliteitsplan, een bestemmingsplan
of een structuurschets gaat. Wanneer neem je die zaken op? Om de zaken te kunnen realiseren
is van doorslaggevend belang dat je dat op tijd doet. Je kimt een acht of een negen of een tien
krijgen van het Rijksbeleid voor de nota, maar je moet niet iedere keer te laat zijn met het aan-
schrijvingsbeleid, het ontwikkelen van plannen. Ik noem als voorbeeld de fantastische gevel van
het Ignatius, de Welstandscommissie wil het hebben in een advies dat we nooit hebben gezien.
Maar als die gevel vervolgens dan toch tegen de grond gaat, dan denk ik: ja, mooie nota, veel
concrete dingen, maar er moet ook wat mee worden gedaan. Ik denk dat dat van groot belang
is.